Dit wetsvoorstel past de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra) aan in verband met de inwerkingtreding van de Wet arbeid en zorg. Met dit voorstel is aansluiting gezocht bij de in het Algemene Rijksambtenarenreglement (Arar) doorgevoerde wijzigingen.
De Wet arbeid en zorg vormt de basis van de verlofaanspraken voor rechterlijk ambtenaren (in opleiding). Voor enkele verlofvormen die in de Wet Arbeid en Zorg niet geregeld zijn (verlof tijdens ziekte, buitengewoon verlof voor lange duur) blijft de Wrra nog wel volledig van toepassing.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 19 mei 2004 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 22 juni 2004 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
28 januari 2004titel
Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de toepasselijkheid van de Wet arbeid en zorg ten aanzien van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleidingschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de Wet wordt geplaatst en werkt als volgt terug:
-
a.wat artikel I, onderdeel A, betreft: tot en met 1 april 2002;
-
b.wat artikel I, onderdelen B, D, E, F, H en J, betreft: tot en met 1 december 2001;
-
c.wat artikel I, onderdelen G en I, betreft: tot en met 1 februari 2001.
1
-
19 mei 2004
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2003/2004, nr. 75, blz: 4833