Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet bodembescherming in verband met het vervallen van de verplichting om advies aan te vragen over de reinigbaarheid van verontreinigde grond. Daarnaast komen de overige taken van het Service Centrum Grond te vallen onder de verantwoordenlijkheid van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Met dit voorstel worden de taken op het gebied bodembescherming, bodembeheer en bodemsanering bij één uitvoeringsorganisatie onder gebracht.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 30 juni 2005 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 13 september 2005 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
10 maart 2005titel
Wijziging van de Wet bodembescherming (overgang taken Service centrum Grond)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
-
30 juni 2005
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2004/2005, nr. 98, blz: 5933-5934