Dit wetsvoorstel introduceert een puntenstelsel rijbewijzen. Het vloeit voort uit het voornemen van het kabinet om recidive in het verkeer harder aan te pakken.
Het eerste hoofdelement houdt in dat bij herhaling binnen vijf jaar van verkeersdelicten die bij AMvB zijn aangewezen, de rechter verplicht is om aan de bestuurder een rijontzegging voor een bepaalde periode op te leggen. De rechter is niet langer vrij om te bepalen of hij een rijontzegging zal opleggen en zo ja voor welke periode. Het tweede hoofdelement betreft de ongeldigheid van het rijbewijs. Het rijbewijs is definitief en van rechtswege ongeldig indien de rijontzegging een bepaalde duur overstijgt. Nu is het nog zo dat de rijbewijshouder na afloop van een rijontzegging weer mag gaan rijden, hij hoeft geen nieuw rijbewijs aan te vragen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 12 februari 2008 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 21 oktober 2008 zonder stemming aangenomen.
Dit wetsvoorstel werd gezamenlijk plenair behandeld met de wetsvoorstellen 31.340 en 31.278.
ingediend
22 november 2005titel
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten (puntenstelsel)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
5
-
12 februari 2008
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2007/2008, nr. 52, blz: 3788 -
6 februari 2008
voortzetting behandeling Handelingen TK 2007/2008, nr. 50, blz: 3692-3696 -
31 oktober 2006
stemmingen amendementen Handelingen TK 2006/2007, nr. 19, blz: 1442-1443 -
31 oktober 2006
voortzetting behandeling Handelingen TK 2006/2007, nr. 19, blz: 1415-1419 -
11 oktober 2006
behandeling Handelingen TK 2006/2007, nr. 11. blz: 707-716