Dit wetsvoorstel biedt studenten de mogelijkheid om met behoud van studiefinanciering in het buitenland te studeren. De studiefinanciering is wereldwijd meeneembaar. Om hiervan gebruik te kunnen maken moet de student ongeacht zijn nationaliteit gedurende ten minste drie jaren legaal in Nederland hebben verbleven in de zes jaar voorafgaand aan de aanvraag.
Daarnaast wordt in dit wetsvoorstel de invoering van het collegegeldkrediet geregeld. Deze maatregel maakte aanvankelijk deel uit van het inmiddels door de regering aangehouden wetsvoorstel Financiering in het hoger onderwijs (30.387). Het is de bedoeling dat de meeneembare studiefinanciering en het collegegeldkrediet met ingang van studiejaar 2007 2008 in werking treden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 3 april 2007 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, VVD, ChristenUnie, SGP en CDA stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 22 mei 2007 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de SP is daarbij aantekening verleend.
De wet is opgenomen in Staatsblad 200 van 12 juni 2007.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 201 van 12 juni 2007.
ingediend
17 januari 2007titel
Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering in het buitenland te studeren en invoering van het collegegeldkredietschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
15
-
-
28 februari 2008
verslag van het schriftelijk overleg van de commissie voor OCW met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over enkele nadere vragen EK, G
voor kennisgeving aangenomen op 4 maart 2008 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-