Dit wetsvoorstel regelt de invoering van een Europese verordening (EG 1896/2006) Europees betalingbevel voor het invorderen van niet-betwiste schuldvorderingen (PbEU L399). Met dit voorstel wordt het eenvoudiger om grensoverschrijdende incassozaken te regelen.
Met dit voorstel wordt een bijdrage geleverd aan een goede werking van de interne markt. De verantwoordelijkheid om een procedure op tegenspraak in te leiden ligt bij de schuldenaar. De procedure gaat als volgt: na de éénzijdige beslissing van de rechter op verzoek van de schuldeiser, moet de schuldenaar binnen een bepaalde termijn het bevel tot betaling nakomen of bezwaar aantekenen. Tekent de schuldenaar bezwaar aan, dan volgt de normale procedure. Reageert de schuldenaar niet, dan zal het betalingsbevel uitgevoerd worden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 31.513, A) is op 11 december 2008 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 26 mei 2009 als hamerstuk afgedaan.
Dit voorstel werd gezamenlijk behandeld met de wetsvoorstellen Uitvoeringswet EG-betekenisverordening (31.522) en Uitvoeringswet verordening Europese procedure voor geringe vorderingen (31.596)
ingediend
24 juni 2008titel
Uitvoering van verordening (EG) Nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (Pb EU L 399) (Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
1
-
11 december 2008
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2008/2009, nr. 36, blz: 3141