32.191

Wijziging Kieswet met betrekking tot Eerste Kamerverkiezingen



Dit wetsvoorstel voorziet er in dat ten aanzien van de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal het aantal stemmen dat nodig is om bij voorkeur te worden gekozen tot lid wordt verhoogd, de zogenaamde voorkeurdrempel. Het wetsvoorstel schrapt de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties voor de Eerste Kamerverkiezingen en ook wordt de mogelijkheid voor politieke groeperingen om meer dan één kandidatenlijst binnen een provincie in te dienen geschrapt. Tevens voorziet het voorstel er in dat het tijdstip van de stemming in de wet wordt vastgelegd. De aanleiding voor dit wetsvoorstel vormt de wens van de Eerste Kamer zoals die tot uitdrukking is gekomen in een drietal moties (méér informatie is opgenomen bij het onderdeel 'Hoofdlijnen').

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK 32.191, B) is op 29 juni 2010 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdA, GroenLinks, D66, VVD, CDA en ChristenUnie stemden voor.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 november 2010 zonder stemming aangenomen. ChristenUnie, SGP en OSF is daarbij aantekening verleend.

Op 29 januari 2013 heeft de Eerste Kamer met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gedebatteerd over de (evaluatie van de) Eerste Kamerverkiezingen in 2011, mede naar aanleiding van de onderhavige wetswijziging. Tijdens dat debat is een drietal moties ingediend. De stemmingen over deze moties vonden plaats op 5 februari 2013. De Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) blikt terug op dit debat op het moment dat de Tweede Kamer de nieuwe rol van de Tweede Kamer bij kabinetsformaties heeft geëvalueerd.

De Eerste Kamercommissie voor BZK/AZ heeft op 29 november 2011 een gesprek met deskundigen gevoerd met het oog op de evaluatie van de wijze van verkiezen van de Eerste Kamer.


Kerngegevens

ingediend

29 oktober 2009

titel

Wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties alsmede vaststelling van het tijdstip van de stemming voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip


Hoofdlijnen

Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in de Eerste Kamer op 16 oktober 2007 heeft de regering op verzoek van de heer Noten (PvdA) toegezegd de Eerste Kamer nader te informeren over de mogelijkheden tot herziening van de voorkeurdrempel bij de verkiezing voor de Eerste Kamer en over de mogelijkheden om wijzigingen aan te brengen in de wijze waarop het aangaan van lijstverbindingen is geregeld voor de Eerste Kamerverkiezing.

Bij brief van 14 maart 2008 (EK 31.200 IIA, A) is de Kamer geïnformeerd over deze mogelijkheden. De vragen van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin, gesteld bij brief van 17 juni 2008, zijn beantwoord bij brief van 17 september 2008 (EK 31.200 IIA, D).

Tijdens het debat op 3 februari 2009 over deze briefwisseling zijn door het lid Noten (PvdA) c.s. drie moties (EK 31.200 IIA, E, EK 31.200 IIA, F en EK 31.200 IIA, G) over aspecten van de Eerste Kamerverkiezingen ingediend waarin de regering wordt uitgenodigd wetgeving te bevorderen:

  • – 
    waarmee de voorkeurdrempel wordt verhoogd tot 100%;
  • – 
    waardoor lijstverbindingen niet meer ná de verkiezingen van Provinciale Staten kunnen worden aangegaan;
  • – 
    waardoor de verkiezingen van de leden van de Eerste Kamer in alle provincies op hetzelfde tijdstip plaatsvinden.

Op 10 februari 2009 zijn deze moties aangenomen.

Bij brief van 6 april 2009 (EK 31.200 IIA, H) heeft het kabinet aangegeven in te stemmen met aanpassing van de Kieswet in lijn met deze moties.

Bij brief van 28 september 2009 (EK 32.123, IIA, A) heeft de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Kamer geïnformeerd over lijstverbindingen bij Eerste Kamerverkiezingen en de Eerste Kamercommissie voor BZK/AZ heeft daarop bij brief van 4 november 2009 (EK 32.123 IIA, B) nadere vragen aan de staatssecretaris voorgelegd. Op 1 december 2009 heeft de commissie met de staatssecretaris een mondeling overleg over deze brieven gevoerd en op 18 januari 2010 heeft de commissie het verslag van dat mondeling overleg uitgebracht (EK 32.123 IIA, C).


Documenten

2