Met dit wetsvoorstel wordt de status van de Nederlandse en de Friese taal in de Grondwet verankerd. Daarmee wordt beoogd de positie van deze nationale talen te beschermen en te versterken in een globaliserende wereld. Dit wetsvoorstel betreft de eerste lezing voor deze grondwetswijziging.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is bij brief van 15 februari 2018 (TK, 7) aan de Tweede Kamer door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingetrokken.
De minister-president, minister van Algemene Zaken, had bij brief van 1 november 2017 (EK 34.700, A) al gemeld dat dit wetsvoorstel volgens de reguliere procedures zou worden ingetrokken.
ingediend
27 september 2010titel
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een bepaling over de Nederlandse taal en het doen vervallen van additionele artikelen die zijn uitgewerktschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
9
-
-
-
1 november 2017
brief regering; Overzicht van wetsvoorstellen die zullen worden ingetrokken volgens de reguliere procedures TK 34.700, 50 -
-
-
-
-
-