Deze novelle wijzigt het voorstel Wet verhuurderheffing (33.407). Dat eerdere wetsvoorstel introduceert een nieuwe heffing van verhuurders over de waarde van hun voor verhuur bestemde huurwoningen in de gereguleerde sector. De verhuurderheffing maakt onderdeel uit van verschillende maatregelen die in het Regeer- en Gedoogakkoord van het Kabinet-Rutte I, in het Begrotingsakkoord 2013 van VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie en in het regeerakkoord 'Bruggen slaan' van VVD en PvdA zijn opgenomen voor de woningmarkt met als doel de woningmarkt beter te laten functioneren via een evenwichtig pakket maatregelen voor zowel het koop- als het huursegment. De primaire doelstelling van de verhuurderheffing is het realiseren van een budgettaire opbrengst.
Tijdens de plenaire behandeling van het voorstel Wet verhuurderheffing heeft de Eerste Kamer de motie-Essers (CDA) c.s. over een novelle om te komen tot een splitsing van de verhuurderheffing 2013 van de jaren daaropvolgend (EK 33.407, F) aangenomen. Voor de vormgeving daarvan is, ook in relatie tot verruimingen in het huurbeleid, volgens de regering een zorgvuldige verdere analyse noodzakelijk. Onderhavig voorstel tot wijziging van de Wet verhuurderheffing strekt tot uitvoering van deze motie, aangezien door deze wijziging wordt bewerkstelligd dat die wet uitsluitend geldt voor het jaar 2013. In andere wijzigingen is niet voorzien. Voor de jaren 2014 en volgende zal een nieuw wetsvoorstel worden ingediend, waarin (mede) de uitkomsten van de voornoemde analyse tot uitdrukking komen. De regering heeft op 17 september 2013 het wetsvoorstel Invoering van een verhuurderheffing over 2014 en volgende jaren alsmede wijziging van enige wetten met betrekking tot de nadere herziening van de fiscale behandeling van de eigen woning (Wet maatregelen woningmarkt 2014) ingediend.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, nr. 2) is op 16 april 2013 aangenomen door de Tweede Kamer. SGP, CDA, ChristenUnie, VVD, D66, GroenLinks en PvdA stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 2 juli 2013 zonder stemming aangenomen. SP en PVV is daarbij aantekening verleend.
De Eerste Kamercommissies voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) heeft 8 november 2016 het verslag van het schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst van 20 oktober 2016 (EK 33.819, P) over de evaluatie van de verhuurderheffing (naar aanleiding van de brief van de minister van 20 juni 2016 (EK 33.819, N) over de evaluatie van de verhuurderheffing, zijn brief van 24 juni 2016 (EK 33.819, O) over de indicatieve bestedingsruimte van woningcorporaties en de toezeggingen 'Evaluatie en aanpassing verhuurderheffing' (T01831), 'Mogelijkheden voor investeringsfonds' (T01833) en 'Analyse financiële positie woningcorporaties' (T02075)) voor kennisgeving aangenomen.
ingediend
14 januari 2013titel
Wijziging van de Wet verhuurderheffingschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister voor Wonen en Rijksdienst
inwerkingtreding
Indien het wetsvoorstel Wet verhuurderheffing (33.407) tot wet is of wordt verheven en die wet in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.
1
-
2 juli 2013
gezamenlijke behandeling (zonder stemming aangenomen ) Handelingen EK 2012/2013, nr. 33, item 7, blz. 22-30