Dit wetsvoorstel wijzigt het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten ter verbetering van de opsporing, vervolging en het voorkomen van financieel-economische criminaliteit. Hiermee geeft het kabinet uitvoering aan de voornemens in het regeerakkoord en de aanpassing van het regeerakkoord om financiële en georganiseerde criminaliteit hard aan te pakken.
Met dit voorstel worden de strafmaxima van een aantal financieel-economische delicten, zoals misbruik van gemeenschapsgeld, witwasbepalingen en corruptie verruimd of verhoogd. Het uit gewoonte plegen van (lichte) economische misdrijven wordt strafbaar en er komt een flexibel geldboeteplafond voor rechtspersonen en komt er een beperking van de aftrek van kosten bij de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Tenslotte wordt de procedure voor toetsing van het verschoningsrecht aangepast.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.685, A) is op 1 juli 2014 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 november 2014 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
28 juni 2013titel
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen van financieel-economische criminaliteit (verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Er zijn geen documenten gevonden.