Dit wetsvoorstel voegt de mogelijkheid van elektronische detentie toe aan de Penitentiaire beginselenwet. Elektronische detentie houdt in dat een gedetineerde, door middel van elektronisch toezicht, wordt verboden een bepaalde plaats gedurende een bepaalde periode te verlaten. Hierdoor kunnen gedetineerden met goedgedrag het einde van hun straf, van tenminste 6 maanden, buiten de gevangenis doorbrengen.
Met dit voorstel wordt de detentiefasering afgeschaft. De bestaande voorbereiding op terugkeer in de samenleving zoals het penitentiair programma en het penitentiair verlof komen te vervallen. Alleen het incidenteel verlof blijft bestaan. Tijdens de elektronische detentie volgt de gedetineerde een zinvolle dagbesteding. De gedetineerde werkt of neemt deel aan (gedrags) trainingen onder begeleiding van de reclassering. Als het mis gaat dan wordt de elektronische detentie beëindigd en moet de gedetineerde terug naar de penitentiaire inrichting.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.745, A) is op 24 april 2014 aangenomen door de Tweede Kamer. Van Vliet, ChristenUnie, VVD en de PvdA stemden voor.
De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 23 september 2014. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 september 2014 verworpen. VVD en PvdA stemden voor.
ingediend
27 september 2013titel
Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet en het Wetboek van Strafrecht in verband met de herijking van de wijze van de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende sancties en de invoering van elektronische detentieschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
-
16 januari 2015
Verslag van een schriftelijk overleg inzake beantwoording vragen naar aanleiding van het WODC-recidiverapport EK, G
voor kennisgeving aangenomen op 20 januari 2015 -
-
-
-
-
-