De Voorzitter van de Eerste Kamer heeft bij brief van 10 december 2013 (EK 33.809, C) aan de minister van Buitenlandse Zaken kenbaar gemaakt dat, overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, 15 Leden van de Eerste Kamer wensen dat het op 15 juni 2005 te ’s Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili houdende herziening van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili, getekend te Santiago op 10 januari 1996 (Trb. 2005, nr. 194) aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen. De herziening van het verdrag was eerder bij brief van 14 november 2013 (EK 33.908, A en TK 33.908, nr. 1) ter stilzwijgende goedkeuring aan beide Kamers van de Staten-Generaal voorgelegd. Dit wetsvoorstel beoogt die goedkeuring voor het Europese deel van Nederland.
Aan het verdrag worden bepalingen toegevoegd op basis waarvan Ziektewetuitkeringen en kinderbijslagen kunnen worden geëxporteerd. Ook wordt in de tekst van het verdrag tot uitdrukking gebracht dat uitkeringen op grond van de Toeslagenwet (TW) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) niet naar Chili kunnen worden geëxporteerd.
Het voorstel (TK 33.809, nr. 6) is op 11 juni 2015 door de Tweede Kamer als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 juni 2015 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
15 december 2014titel
Goedkeuring van het op 15 juni 2005 te ’s Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili houdende herziening van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili, getekend te Santiago op 10 januari 1996 (Trb. 2005, 194)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de eerste dag van de derde maand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
4