33.847

Novelle Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014



Deze novelle wijzigt het voorstel Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen (33.610). Ook wijzigt dit wetsvoorstel het Belastingplan 2014 (33.752). Met het Regeerakkoord van het Kabinet Rutte II is een extra stap gezet door de AOW-leeftijd versneld te verhogen en door de fiscale facilitering voor pensioenopbouw te versoberen. Deze maatregelen passen in een beleid waarin langer doorwerken gestimuleerd wordt en de overheidsfinanciën op orde worden gebracht. Het wetsvoorstel 33.752 bevat de door het kabinet beoogde wijzigingen in het fiscale kader, het zogenaamde Witteveenkader, voor oudedagsvoorzieningen. De plenaire behandeling van dat wetsvoorstel door de Eerste Kamer, gezamenlijk met het voorstel Wet pensioenaanvullingsregelingen (33.672), vond plaats op 8 oktober 2013. De Eerste Kamer heeft op verzoek van de staatssecretarissen van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de plenaire behandeling van de wetsvoorstellen aangehouden.

De staatssecretarissen hebben bij brief van 18 december 2013 (EK 33.610 / 33.672, I) de Eerste Kamer geïnformeerd over het verdere proces in verband met het met D66, ChristenUnie en SGP bereikte pensioenakkoord. Deze novelle is de uitwerking van die brief en regelt de aanpassing van de opbouw- en premiepercentages van het Witteveenkader, de introductie van een spaarfaciliteit voor inkomens boven de aftopping van € 100.000 (nettolijfrente), de versterking van de mogelijkheid voor zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) om een pensioen op te bouwen en de invoering van een aantal waarborgen voor een evenwichtige verlaging van de pensioenpremies met ingang van 1 januari 2015.

Het voorstel Wet pensioenaanvullingsregelingen (33.672) is door de staatssecretaris van Financiën bij brief van 24 januari 2014 (EK 33.672, G) ingetrokken.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK 33.847, B) is op 6 maart 2014 aangenomen door de Tweede Kamer. SGP, ChristenUnie, VVD, D66 en PvdA stemden voor.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 27 mei 2014 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. VVD, PvdA, ChristenUnie, SGP en D66 stemden voor. De plenaire behandeling door de Eerste Kamer, gezamenlijk met het oorspronkelijke wetsvoorstel 33.610, vond plaats op 20 mei 2014. Op 27 mei 2014 vond een heropening van de beraadslaging plaats. De tijdens het debat op 20 mei 2014 ingediende motie-Postema (PvdA) c.s. over geconsolideerde wetteksten om voorgestelde wetswijzigingen inzichtelijk te maken (EK 33.847 / 33.610, J) is later tijdens het debat door de indiener aangehouden. De motie is op 25 september 2018 vervallen op basis van artikel 93, derde lid, van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer.


Kerngegevens

ingediend

20 januari 2014

titel

Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Indien het voorstel Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen (33.610) tot wet is of wordt verheven en die wet in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking, met dien verstande dat artikel II toepassing vindt voordat artikel XXXIII van het Belastingplan 2014 (33.752) wordt toegepast


Documenten

33