Dit voorstel wijzigt een aantal arbeidsrechtelijke bepalingen in verschillende wetten om het (door)werken na de AOW-gerechtigde leeftijd te vergemakkelijken. Het faciliteren van het werken na de AOW-gerechtigde leeftijd is naar de mening van de regering niet alleen van belang voor de samenleving als geheel, die hierdoor langer gebruik kan maken van de ervaring en kennis van de generaties die nu aan het werk zijn, maar ook voor werknemers zelf die om uiteenlopende redenen behoefte kunnen hebben om te werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. Het voorstel bevat maatregelen om verdringing van jongere werknemers door (door)werkende AOW-gerechtigden tegen te gaan.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 34.073, A) is op 17 maart 2015 aangenomen door de Tweede Kamer. De PVV, de Groep Bontes/Van Klaveren, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de VVD, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, D66 en de PvdA stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 29 september 2015 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. SGP, ChristenUnie, VVD, PvdA, CDA, OSF, D66 en PVV stemden voor.
ingediend
10 november 2014titel
Aanpassing van enige arbeidsrechtelijke bepalingen die een belemmering kunnen vormen voor werknemers en ambtenaren die na de AOW-gerechtigde leeftijd willen blijven werken (Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
-
1.Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld;
-
2.Indien het initiatiefvoorstel van wet houdende regels inzake het raadgevend referendum (Wet raadgevend referendum, inclusief een wijziging van die wet) tot wet is verheven en de onderhavige wet is bekrachtigd op of na de datum waarop de Wet raadgevend referendum in werking is getreden, wordt in het in het eerste lid bedoelde besluit zo nodig toepassing gegeven aan artikel 12 van de Wet raadgevend referendum.
4