Dit wetsvoorstel wijzigt Boek 8 Burgerlijk Wetboek BES. Er wordt een artikel 1322 ingevoegd waarmee het Verdrag van Montreal (Trb. 2000, 32 en Trb 2001, 91 en 107) van toepassing wordt voor het Caribische deel van het Koninkrijk. Dit verdrag versterkt de rechtspositie van vliegtuigpassagier.
De vervoerder wordt risicoaansprakelijk voor passagiers en voor schade aan bagage en goederen. Ontheffing van deze aansprakelijkheid is alleen mogelijk als er sprake is van eigen schuld of medeschuld van de passagier in kwestie of van zijn rechtsopvolgers. Ook wordt het voor luchtvervoerders verplicht om bij dood of letsel van passagiers ingevolge een ongeval, een voorschot op de schadevergoeding uit te keren aan de nabestaanden c.q. de slachtoffers om de onmiddellijke economische nood te kunnen lenigen. Verder regelt het Verdrag de vereenvoudiging van het gebruik van vervoersdocumenten en de aanpassing daarvan aan de huidige digitale mogelijkheden.
Het verdrag wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op het luchtvervoer binnen het Koninkrijk.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel op 10 maart 2016 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 29 maart 2016 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
25 juni 2015titel
Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met de uitvoering van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer (Trb. 2000, 32 en Trb. 2001, 91 en 107) en wijziging van de Wet luchtvervoer BESschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
- staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
7