Doel van het verdrag (Trb. 2016, 94 en Trb. 2016, 162) is om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder twee graden Celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau, met het streven deze tot anderhalve graad te beperken.
Alle landen die partij zijn bij het verdrag – waaronder zowel de EU als haar lidstaten – zijn na ratificatie verplicht tot het nemen van maatregelen om hun broeikasgasuitstoot te beperken, op een manier die hun hoogst mogelijke ambitie weerspiegelt (mitigatie). De deelnemende landen committeren zich ook om – gezamenlijk – actie te ondernemen met het oog op aanpassing aan klimaatverandering (adaptie).
Het verdrag bevat ook afspraken over onder meer klimaatfinanciering en overdracht van technologie
De Overeenkomst van Parijs is een verdrag binnen het kader van het Raamverdrag van de Verenigde naties inzake klimaatverandering (Trb. 1992, 189) en is bedoeld om het Kyoto Protocol (Trb. 1998, 170, gewijzigd Doha Trb. 2013, 44) op te volgen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, 2) is op 31 januari 2017 aangenomen door de Tweede Kamer. De SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks, D66, Van Vliet, 50PLUS, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, Houwers, Monasch, de VVD, de SGP, de ChristenUnie en het CDA stemden voor.
De plenaire behandeling in de Eerste Kamer vond plaats op 27 juni 2017. Tijdens deze behandeling is de motie-Teunissen (PvdD) c.s. over het aanbod van vegetarische maaltijden in de Eerste Kamer (EK, F) ingediend. Het wetsvoorstel is na stemming bij zitten en opstaan op 4 juli 2017 aangenomen. De fractie van de PVV stemde tegen. De motie is op 4 juli 2017 door de indiener aangehouden en vervallen op 25 september 2018 op basis van artikel 93, derde lid, van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer.
ingediend
27 oktober 2016titel
Goedkeuring van de op 12 december 2015 te Parijs tot stand gekomen Overeenkomst van Parijs (Trb. 2016, 94 en Trb. 2016, 162)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
inwerkingtreding
Deze Rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst
3