Dit initiatiefvoorstel van de Tweede Kamerleden Bergkamp (D66), Van den Hul (PvdA) en Özütok (GroenLinks) wijzigt de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) en beoogt de wettelijke bescherming tegen het ongeoorloofd onderscheid maken op grond van geslacht, die voortvloeit uit de Awgb, nader uit te werken en te expliciteren. Daarmee worden mogelijke interpretatieverschillen over de toepasselijkheid van de Awgb weggenomen. Met dit voorstel willen de initiatiefnemers benadrukken dat de Awgb van toepassing is op het volledige spectrum aan variaties van de discriminatiegrond geslacht, en zo duidelijk maken dat de Awgb eveneens bescherming biedt tegen het ongeoorloofd onderscheid maken op grond van een ieders geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie.
Bij brief van 27 november 2017 (TK, 4) heeft het Tweede Kamerlid Bergkamp gemeld dat in verband met het vertrek uit de Tweede Kamer van het lid Yücel, haar plaats als tweede initiatiefnemer zal worden overgenomen door het lid Van den Hul. Verder zal de plaats van het lid Van Tongeren als derde initiatiefnemer worden overgenomen door het lid Özütok.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, 2) is op 3 juli 2018 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, 50PLUS, D66, VVD, CDA, ChristenUnie en FVD.
Tegen: SGP en PVV.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 12 maart 2019 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.
Voor: ChristenUnie, VVD, PvdA, CDA, GroenLinks, PvdD, 50PLUS, OSF, SP en D66.
Tegen: SGP en PVV.
ingediend
16 januari 2017titel
Voorstel van wet van de leden Bergkamp, Van den Hul en Özütok tot wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling ter nadere invulling van het verbod om ongeoorloofd onderscheid te maken op grond van geslacht (Wet verduidelijking rechtspositie transgender personen en intersekse personen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
34