34.736

Procedurele verbeteringen voor de rechtspraktijk



Dit wetsvoorstel wijzigt een aantal wetten op het terrein van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het gaat om gevallen waarin met wettelijke procedurevoorschriften, het ontbreken daarvan of een gemaakt onderscheid geen recht (meer) wordt gedaan aan ontwikkelingen in de jurisprudentie of de rechtspraktijk. Met de voorstelde wijzigingen worden procedurele verbeteringen voor de rechtspraktijk beoogd.

Een wijziging van het Wetboek van Strafvordering

  • op grond waarvan de maximale termijn voor de klinische observatie ten behoeve van het onderzoek naar de geestesvermogens van de verdachte eenmalig kan worden verlengd door de rechter-commissaris.
  • waarmee de tussentijdse multidisciplinaire externe toets bij de procedure tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) met verpleging van overheidswege om de vier jaar in plaats van om de zes jaar zal plaatsvinden.
  • Een wijziging van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie maakt een procedure mogelijk waarmee in Nederland opgelegde bestuurlijke boetes ten aanzien van arbeids- en rusttijdenwetgeving erkend kunnen worden in een andere lidstaat en aldaar ten uitvoer kunnen worden gelegd.
  • Een wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen met als doel om de procedure van enkelvoudige afdoening door de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming mogelijk te maken in gevallen waarin het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
  • Een wijziging van het Wetboek van Strafrecht waarmee de wettelijke termijn waarbinnen de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke geldvorderingen wordt verlengd met de afkoelingsperiode op grond van artikel 5 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs).
  • Enkele wijzigingen die verband houden met de Wet langdurig toezicht. Vooruitlopend op de inwerkingtreding is gebleken dat zich in de praktijk problemen zouden kunnen voordoen met betrekking tot de in de wet gehanteerde vorderingstermijn voor de tenuitvoerlegging van de zelfstandige gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM).

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 14 december 2017 als hamerstuk afgedaan.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 januari 2018 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

7 juni 2017

titel

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en enkele andere strafrechtelijke wetten met het oog op het aanbrengen van enkele hoofdzakelijk procedurele verbeteringen ten behoeve van de rechtspraktijk

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister voor Rechtsbescherming

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.


Documenten

7