Dit wetsvoorstel regelt in de Overleveringswet dat in het vervolg de rechter-commissaris fungeert als uitvaardigende autoriteit, als voor een Nederlandse strafzaak een Europees aanhoudingsbevel wordt gericht aan de justitiële autoriteiten van een andere lidstaat. Deze wijziging is het gevolg van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 27 mei 2019 in twee zaken (C-508/18 OG en C-82/19 PPU PI) dat in Nederland een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) niet langer kan worden uitgevaardigd door officieren van justitie.
Met dit voorstel fungeert de rechter-commissaris in het vervolg als uitvaardigende autoriteit.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer (TK nr. 2) heeft het voorstel op 27 juni 2019 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 9 juli 2019 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
14 juni 2019titel
Wijziging van de Overleveringswet in verband met het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de gevoegde zaken C-508/18 OG en C-82/19 PPU PIschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst.