Doelstelling van dit wetsvoorstel is het versterken van de positie van de mbo-student. Enerzijds op mbo-studenten in meer kwetsbare posities, en anderzijds op alle mbo-studenten.
In het mbo zijn sommige studenten kwetsbaarder dan andere studenten waardoor een grotere kans op vertraging en uitval ontstaat. De voorgestelde maatregelen voor deze studenten zijn:
1 het oprichten van een mbo-studentenfonds;
2 het introduceren van enkele maatregelen specifiek voor zwangere mbo-studenten en
3 het afgeven van een mbo-verklaring.
Om de positie van de mbo-student in het algemeen te versterken wordt de benaming van mbo-studenten in wet- en regelgeving gewijzigd.
Voorgesteld wordt om de zogenaamde doorstroomregeling te wijzigen. Hierdoor zijn mbo-instellingen niet langer verplicht nadere vooropleidingseisen te stellen bij de toelating van een student tot een beroepsopleiding. Omwille van de duidelijkheid wordt voorgesteld om in een aantal wetten expliciet op te nemen wat wordt verstaan onder een geldige reden voor zowel verzuim van niet leerplichtigen als voortijdig schoolverlaters.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A herdruk) is op 10 maart 2020 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie en Van Haga.
Tegen: PVV en FVD.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 juni 2020 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de PVV is daarbij aantekening verleend.
ingediend
10 juli 2019titel
Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en een aantal andere wetten in verband met diverse maatregelen gericht op het versterken van de positie van mbo-studenten (Wet versterken positie mbo-studenten)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
1