Dit voorstel wijzigt de Participatiewet waarmee openstaande vorderingen die zijn ontstaan wegens schending van de inlichtingenplicht in de sociale zekerheid worden uitgesloten van de vermogenstoets. Het wetsvoorstel heeft als doel het wegnemen van de onterecht gunstige positie van mensen met fraudevorderingen bij de toegang tot het recht op bijstand zodat belanghebbenden worden geprikkeld om het (in het bezit gebonden) vermogen aan te wenden en (daarmee) de fraudevorderingen af te lossen en uitkeringsinstanties worden gestimuleerd om actief invulling te blijven geven aan de handhaving. Met deze wijziging wordt tegemoetgekomen aan wensen van de Tweede Kamer en de uitkeringsinstanties om effectiever op te kunnen treden bij de handhaving en naleving van verplichtingen in de Participatiewet.
Met dit voorstel wordt de Participatiewet ook zo gewijzigd dat het verbod voor colleges van burgemeesters en wethouders om in te stemmen met een schuldregeling bij fraude alleen nog van toepassing op vorderingen waarbij de informatieplicht is geschonden én waarbij sprake is geweest van vastgestelde opzet of grove schuld. De analoge artikelen in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen worden in overeenstemming gebracht met deze wijziging. Om een volledig geharmoniseerd handhavings- en sanctiestelsel in de sociale zekerheid te behouden worden daarnaast andere sociale zekerheidswetten in overeenstemming gebracht met deze wijziging.
Het voorstel (EK, A) is op 8 september 2020 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: 50PLUS, Krol, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie, PVV, FVD en Van Haga.
Tegen: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen en D66.
De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft dit wetsvoorstel bij brief van 16 februari 2022 ingetrokken (EK, G).
De commissie heeft bij brief van 10 november 2021 (EK 35.897 / 35.374, B) gereageerd op de brief van de staatssecretaris van SZW van 4 november 2021 over het opnemen van de inhoud van het aangenomen gewijzigd amendement van de leden Peters en Bruins over het beperken van het verbod tot medewerking aan een schuldregeling bij een fraudevordering tot gevallen van opzet of grove schuld (TK 35.374, 11) in het voorstel Verzamelwet SZW 2022 (35.897).
De staatssecretaris heeft bij brief van 16 november 2021 gereageerd op de commissiebrief van 10 november (EK 35.897 / 35.374, C met bijlage). Met deze brief informeerde de staatssecretaris de Eerste Kamer ook over het voornemen het wetsvoorstel in te trekken.
De Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) had op 3 november 2020 het eindverslag uitgebracht. De voor 19 januari 2021 voorziene plenaire behandeling van het voorstel door de Eerste Kamer is toen op verzoek (EK, F) van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangehouden.
ingediend
15 januari 2020titel
Wijziging van de Participatiewet in verband met het uitsluiten van fraudevorderingen bij de vermogenstoets en het beperken van het verbod tot medewerking aan een schuldregeling bij een fraudevordering tot gevallen van opzet of grove schuldschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
10
-
16 februari 2022
brief van de minister voor APP houdende intrekking van het wetsvoorstel over fraudevorderingen bij de vermogenstoets in de Participatiewet EK, G
Op 22 februari 2022 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie SZW. -
16 november 2021
brief van de staatssecretaris van SZW met een reactie op de commissiebrief over het opnemen van de inhoud van een aangenomen amendement van het wetsvoorstel inzake de wijziging van de Participatiewet met betrekking tot fraudevorderingen in de Verzamelwet SZW 2022 EK 35.897 / 35.374, C Bevat bijlage -
-
-
-
-
-
-
-