Op 28 januari 2020 is een ministeriële regeling gebaseerd op de Wet publieke gezondheid (Wpg) vastgesteld. Hierdoor behoort covid-19 tot groep A van de Wpg.
Daarmee ontstaat in de eerste plaats een wettelijke meldingsplicht voor deze infectieziekte. In de tweede plaats zijn hiermee alle bestrijdingsbevoegdheden uit de WPG geactiveerd. In de derde plaats wordt de minister voor Medische Zorg verantwoordelijk voor de leiding van de bestrijding van deze ziekte.
Met dit wetsvoorstel wordt, overeenkomstig artikel 20, vierde lid, van de Wet publieke gezondheid, de ministeriële regeling in de WPG opgenomen. Dit artikel regelt ook dat de ministeriële regeling onverwijld wordt ingetrokken, mocht het wetsvoorstel door een van beide Kamers worden verworpen.
Het voorstel (EK, A) is op 6 juli 2021 na hoofdelijke stemming met 103 stemmen voor en 26 stemmen tegen aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: VVD, SP, CDA, DENK, D66, ChristenUnie, SGP, GroenLinks, Volt, PvdA, PvdD en Fractie Den Haan.
Tegen: PVV, FVD, JA21, Groep Van Haga, BBB en BIJ1.
De plenaire behandeling van het voorstel door de Eerste Kamer vond plaats op 21 februari 2022. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 22 februari 2022 na hoofdelijke stemming aangenomen.
Voor: 48 stemmen (D66, CDA, VVD, GroenLinks, ChristenUnie, PvdA, PvdD, SP en OSF).
Tegen: 19 stemmen (Fractie-Nannninga, Fractie-Otten, PVV, 50PLUS, SGP en FVD).
ingediend
20 februari 2020titel
Wijziging van de Wet publieke gezondheid tot incorporatie van de Regeling 2019-nCoVschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister voor Medische Zorg en Sport
inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
7