Dit wetsvoorstel regelt de implementatie van de EU-Verordening nr. 2018/1805 inzake de wederzijdse erkenning van bevriezingsbevelen en confiscatiebevelen in het Wetboek van Strafvordering en de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties. Hiermee wordt de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de bevriezing en de confiscatie van de opbrengsten van misdrijven en de bestrijding van georganiseerde criminaliteit verbeterd.
De Confiscatieverordening (Cvo) regelt de erkenning door lidstaten van bevriezings- of confiscatiebevelen van een andere lidstaat in strafzaken. Een bevriezingsbevel is een beslissing ter voorkoming van vernietiging, verwerking, verplaatsing, overdracht of vervreemding van voorwerpen met het oog op de confiscatie ervan. Een confiscatiebevel is een onherroepelijke straf of maatregel, opgelegd door een rechtbank in verband met een strafbaar feit, die leidt tot definitieve ontneming van voorwerpen. Voorwerpen zijn goederen die opbrengst zijn van een strafbaar feit, hulpmiddelen voor een strafbaar feit of onderworpen aan confiscatie door toepassing van andere confiscatiebevoegdheden.
De Cvo is van toepassing met ingang van 19 december 2020.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK. nr. 2) op 11 juni 2020 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 juni 2020 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
21 februari 2020titel
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie in verband met de uitvoering van Verordening (EU) nr. 2018/1805 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 inzake de wederzijdse erkenning van bevriezingsbevelen en confiscatiebevelen (PbEU 2018, L 303/1)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
6