Dit wetsvoorstel wijzigt de Wijziging van de Wet arbeid en zorg (Wazo), de Wet flexibel werken (Wfw) en enige andere wetten in verband met de implementatie in de Nederlandse wetgeving van Richtlijn 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad.
De richtlijn beoogt het beleid inzake het evenwicht tussen werk en privéleven en de gelijke behandeling van vrouwen en mannen te helpen verwezenlijken door de arbeidsparticipatie van vrouwen te bevorderen en door het verschil tussen vrouwen en mannen met betrekking tot inkomsten en loon weg te nemen. Het blijft voor ouders en mantelzorgers een uitdaging om een goed evenwicht tussen werk en privéleven tot stand te brengen, met name vanwege de groeiende tendens van langere werktijden en veranderende werkschema’s. De moeilijkheid om werk en zorgtaken in het gezin of mantelzorg voor een familielid op een evenwichtige manier te combineren is een belangrijk oorzaak van de ondervertegenwoordiging van vrouwen op de arbeidsmarkt. Om deze situatie te verbeteren en het fundamentele beginsel van de Europese Unie van gelijkheid van mannen en vrouwen te waarborgen bevat de richtlijn maatregelen op het gebied van verlof voor zorgtaken en flexibel werken. Deze maatregelen maken een wijziging van de Nederlandse wetgeving noodzakelijk.
Zie ook het dossier E170021 - Voorstel voor een richtlijn betreffende evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A) is op 20 april 2021 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, GroenLinks, Volt, DENK, PvdA, PvdD, 50PLUS, D66, ChristenUnie, VVD, CDA, PVV, BBB en FVD.
Tegen: SGP en JA21.
De fractie van BIJ1 was niet aanwezig bij deze stemmingen en heeft na de stemmingen aangegeven dat zij wenst geacht te worden voor het wetsvoorstel gestemd te hebben.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 12 oktober 2021 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.
Voor: CDA, Fractie-Nanninga, FVD, VVD, Fractie-Otten, GroenLinks, SP, 50PLUS, PvdA, OSF, D66, PVV, PvdD en ChristenUnie.
Tegen: SGP.
De tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel op 5 oktober 2021 ingediende motie-Van Gurp (GroenLinks) c.s. over de verhoging van het doorbetalingspercentage (EK, G) werd op 12 oktober 2021 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. CDA, GroenLinks, SP, 50PLUS, PvdA, OSF, D66, PvdD en ChristenUnie stemden voor.
ingediend
27 oktober 2020titel
Wijziging van de Wet arbeid en zorg, de Wet flexibel werken en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad (PbEU 2019, L 188) (Wet betaald ouderschapsverlof)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Deze wet treedt, met uitzondering van artikel I, onderdeel G, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Artikel I, onderdeel G, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
-
8 maart 2022
brief regering; Voorhang wijziging uitkeringspercentage betaald ouderschapsverlof TK, 27 Bevat bijlagen -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
12 januari 2021
Amendement van het lid Smeulders over het volledig doorbetalen van ouderschapsverlof TK, 9 -
-
-
-
-
-
-
-