Dit wetsvoorstel wijzigt Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van de gewijzigde motie-Meijer (VVD) c.s. over het handhaven van de termijn van zes maanden voor het bewijsvermoeden voor levende dieren ( 35.734, F). Hiermee wordt de recent gewijzigde termijn in de Implementatiewet richtlijnen verkoop goederen (2019/771) en levering digitale inhoud (2019/770) ten aanzien van de termijn van omkering van de bewijslast in geval van consumentenverkoop van levende dieren aangepast.
Met dit voorstel wordt de termijn van de bewijslastomkering bij een consumentenkoop van levende dieren verkort van een jaar naar zes maanden. Als binnen zes maanden na aflevering van een levend dier een gebrek optreedt, wordt vermoed dat het levende dier al bij levering niet voldeed. De verkoper moet dan bewijzen dat het levende dier bij de aflevering wel in orde was.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer.
ingediend
5 juli 2022titel
Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van de termijn van de omkering van de bewijslast voor consumentenkoop van levende dieren (Aanpassingswet bewijslasttermijn consumentenkoop levende dieren)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.