Dit wetsvoorstel bevat de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2023 van het ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet van de Koning en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 1) op 8 december 2022 aangenomen.
Voor: SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, ChristenUnie, VVD, SGP, CDA, BBB, JA21 en PVV.
Tegen: BIJ1, PvdD, FVD en Groep Van Haga.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 20 december 2022 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de PvdD is daarbij aantekening verleend.
ingediend
20 september 2022titel
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2023schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.