Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 en enkele andere wetten zodat raadsheren en rechters die werkzaam zijn bij rechtbanken, gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven na het bereiken van de wettelijke ontslagleeftijd van zeventig jaar nog drie jaar door kunnen werken als rechter- of raadsheer-plaatsvervanger.
Met dit voorstel wordt voldaan aan de toezegging T03474. De al bestaande tijdelijke regeling in de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 om raadsheren en rechters die ouder dan zeventig jaar zijn te laten doorwerken als rechter- of raadsheer-plaatsvervanger, komt per 15 juli 2023 te vervallen. Doormiddel van onderhevig wetsvoorstel komt de regering tegemoet aan de wens van de Eerste Kamer om deze regeling te verlengen. Het inzetten van rechter- of raadsheer-plaatsvervangers tot de leeftijd van drieënzeventig jaar draagt bij aan het verhelpen van de achterstanden bij het afronden van zaken in de rechtspraak.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 12 oktober 2023 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 7 november 2023 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
15 mei 2023titel
Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 en enkele andere wetten in verband met het treffen van een tijdelijke voorziening voor het benoemen van rechters-plaatsvervangers in hun eenenzeventigste levensjaarschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst.
1