Dit wetsvoorstel bevat de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2024 van de Koning.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 1) op 15 februari 2024 aangenomen.
Voor: GroenLinks-PvdA, Volt, D66, NSC, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA, BBB, JA21 en PVV.
Tegen: SP, DENK, PvdD en FVD.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 9 april 2024 zonder stemming aangenomen.
Tijdens het debat is de motie-Van Rooijen (50PLUS) over geen wijziging Grondwet inzake de grondwettelijke uitkeringen (EK, B) ingediend. De motie is op 16 april 2024 verworpen.
ingediend
19 september 2023titel
Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2024schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.
2
-
-
9 april 2024
behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen ) Verslag EK 2023/2024, nr. 27, item 6 (herdruk)