Dit wetsvoorstel wijzigt Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (ook BES) in verband met het toekennen van preferentie aan de vorderingen betreffende de verschuldigde uitkeringen van kinderalimentatie. Te denken valt hierbij aan uitkeringen voor de voorziening in de kosten van levensonderhoud van minderjarige kinderen en jong meerderjarigen.
Met dit wetsvoorstel wordt de vordering betreffende de verschuldigde kinderalimentatie bevoorrecht. Dit betekent dat op het moment er meerdere schuldeisers zijn bij de alimentatieplichtige ouder, de kinderalimentatie vordering voorrang krijgt op de andere schulden. Onderhevig voorstel zorgt er dus voor dat kinderalimentatieschuld geen concurrente schuld is die op gelijke voet staat met andere concurrente schulden en schulden met een hogere rang voor zich moet dulden. Het toekennen van een preferentie zal leiden tot meer inbare kinderalimentatie en dus tot meer financiële middelen voor de verzorging en opvoeding van kinderen. Hierdoor kunnen mogelijk problematische situaties voor het kind worden voorkomen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 17 oktober 2024 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 19 november 2024 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
20 september 2023titel
Wijziging van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met het toekennen van preferentie aan de vorderingen ter zake van de verschuldigde uitkeringen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud van minderjarige kinderen en jong meerderjarigenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
6