Dit wetsvoorstel dient tot goedkeuring van het Protocol tot wijziging van de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens (Tractatenblad 2023, 52), zoals vastgelegd in het Eurovignetverdrag (Richtlijn (EU) 2022/362).
Het Eurovignetverdrag is een internationale overeenkomst tussen Europese landen. Het heeft tot doel een systeem vast te stellen voor het heffen van tol voor zware vrachtwagens die bepaalde wegen gebruiken. Nederland, Luxemburg, Zweden en Denemarken heffen het Eurovignet gezamenlijk. Deze tolheffing is bedoeld om infrastructuurkosten te dekken en milieuschade te verminderen door het bevorderen van efficiënter transport. In Nederland wordt via de Wet belasting zware motorrijtuigen (24.070) en onderliggende regelgeving invulling gegeven aan dit verdrag. Nederland is voornemens in 2026 over te stappen op de vrachtwagenheffing. Zodra dit het geval is zal de heffing uit hoofde van het Verdrag worden gestopt.
De belangrijkste wijzigingen in het Eurovignetverdrag naar aanleiding van de herziene Eurovignetrichtlijn zien op de aanpassing van de tariefstructuur waarmee voertuigen worden ingedeeld in vijf CO2-emissieklassen, de uitbreiding van de reikwijdte van het Eurovignet met voertuigen tussen 3,5 en 12 ton, de introductie van een aantal specifieke uitzonderingsmogelijkheden, in het bijzonder voor lichtere vrachtwagens en het op termijn uitfaseren van vignetten voor vrachtvoertuigen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 5 juni 2024 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 25 juni 2024 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
7 maart 2024titel
Goedkeuring en uitvoering van het Protocol van 29 maart 2023 te Brussel tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens (Trb. 2023, 52)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst, met uitzondering van artikel II, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2025.
6