Verslag van de vergadering van 11 december 2018 (2018/2019 nr. 11)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.50 uur
De heer Binnema i (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Ook namens de GroenLinksfractie dank aan de beide bewindspersonen voor de uitgebreide beantwoording en aan de daarbij onmisbare ambtelijke ondersteuning. In deze tweede termijn wil ik eigenlijk drie thema's aan de orde stellen. Ik zal daarbij verder niet meer ingaan op de fiscale maatregel rijksmonumenten, omdat voor ons de vragen daarover helder zijn beantwoord. De drie thema's zijn ten eerste de verdeling tussen burgers en bedrijfsleven, met name in relatie tot de klimaatmaatregelen en de fiscale vergroening, ten tweede het vestigingsklimaat en ten derde belastingontwijking.
Wat betreft het eerste constateren wij nogmaals dat er wat ons betreft, kijkend naar maatregelen ter hoogte van ongeveer 600 miljoen die vrijwel geheel of voor meer dan de helft terechtkomen bij burgers en voor hen een lastenverzwaring betekenen, sprake is van een disbalans tussen de lasten voor burgers en die voor het bedrijfsleven. Ik heb in eerste termijn een oproep gedaan aan de staatssecretaris om dat te regelen bij novelle, eigenlijk in lijn met datgene wat wij in de Tweede Kamer via het amendement van Bart Snels bepleit hebben. Daartoe blijkt geen bereidheid te zijn. Wat ons betreft blijft het issue echter wel overeind, zeker gezien de zorgen die de afgelopen weken geuit zijn door partijen van links tot rechts over klimaatrechtvaardigheid, over lasten die bij burgers terechtkomen en juist het gegeven dat het dragen van die lasten in relatie staat tot het draagvlak voor de klimaatdoelen. Daarom dienen wij een motie in. Die houdt het doel overeind om de korting die in het voorstel zit om de energiebelasting te verminderen te behouden, dus om die vermindering niet door te laten gaan, en aan de regering te vragen om te kijken welke compenserende maatregelen daarvoor mogelijk in het jaar 2019 te treffen zijn.
De voorzitter:
Door de leden Binnema, Köhler, Sent, Van Leeuwen en Strik wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat een uitgebreid pakket aan maatregelen noodzakelijk is om een emissiereductie van 49% in 2030 te realiseren, waarvoor zowel van burgers als bedrijfsleven grote inspanningen worden gevraagd;
overwegende dat draagvlak in de samenleving voor de aanpak van het klimaatvraagstuk cruciaal is;
overwegende dat er zorgen bestaan dat burgers onevenredig zwaar zullen worden belast door de klimaatmaatregelen;
constaterende dat de maatregel om de korting op de energiebelasting te verminderen vrijwel geheel voor rekening van burgers komt;
verzoekt de regering in 2019 de lastenverzwaring die deze maatregel veroorzaakt te compenseren, en de Kamer hierover uiterlijk bij de Voorjaarsnota te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter C (35029).
De heer Binnema (GroenLinks):
Dank u wel. Dan nog een reactie op de beantwoording van de staatssecretaris over het klimaatakkoord. Het is misschien flauw om te zeggen dat ook de heer Koolmees heel lang buitengewoon veel optimisme heeft uitgestraald over het bereiken van het pensioenakkoord. Zeker gezien de uitlatingen van de voorzitter van VNO-NCW en sowieso gezien de berichten die vanuit VNO-NCW en LTO zijn gekomen, moeten we als Nederland misschien een klein beetje minder ambitieus zijn. Is die 49% in 2030 eigenlijk wel nodig? Daarvoor hoorden we al bezorgde geluiden van natuur- en milieuorganisaties, juist uit de andere hoek. Ook was er de oproep van de heer De Boer om dan maar de Kerst even als rustmoment te gebruiken en in januari verder te spreken, dus de datum van 21 december ter discussie te stellen.
Ik denk dat het verstandig is om in ieder geval rekening met andere scenario's te houden wanneer uit die klimaattafels onvoldoende naar voren zou komen wat echt nodig is om de doelstellingen te behalen. Met dat doel zou ik de voorzitter willen vragen om volgende week de motie die door mijn fractievoorzitter bij de Algemene Beschouwingen is ingediend en die de letter E heeft gekregen, in stemming te laten komen. De motie is toen aangehouden omdat de minister-president zei dat die ontijdig was en dat hij nog even wilde afwachten wat er uit die tafels kwam. Het kabinet kon zich vinden in de uitgangspunten van evenredige verdeling tussen burgers onderling en tussen burgers en bedrijfsleven, maar vroeg er nog even mee te wachten. Ik neem aan dat de tekst in uw bezit is. Ik heb die nu niet bij me, maar dat gaat goed komen.
De voorzitter:
De tekst is in ons bezit. Wij hebben het genoteerd.
De heer Binnema (GroenLinks):
Uitstekend, dank u wel.
Het tweede punt betreft het vestigingsklimaat. Ik constateer met de staatssecretaris dat je voor een gemiddelde ook landen moet hebben die boven dat gemiddelde moeten zitten. Ik constateer alleen wel dat we drie groepen hebben. Een aantal landen die boven de 25% zitten, landen als België, Duitsland en Frankrijk. Nederland zat ook een beetje in die hoek, maar is nu in de middengroep tussen 15% en 25% beland. En er is de groep onder de 15%. Juist omdat we zien dat een aantal andere landen al maatregelen heeft genomen om die tarieven te verlagen, denk ik dat er reden is om je zorgen te maken over de genoemde race to the bottom.
Tot slot het punt belastingontwijking. De staatssecretaris ging in op het tarief van 9% dat daar gekozen is. Hij zei dat het ook in Europees verband niet veel hoger dan dat zou kunnen zijn. Onze informatie is dat bijvoorbeeld een land als Italië 40% hanteert. Graag wat meer duidelijkheid daarover.
En misschien een vraag meer in algemene zin, omdat wij constateren dat andere landen geen uitzondering maken voor CFC's met wezenlijke economische activiteiten en substance niet specifiek invullen maar als open norm hanteren. In hoeverre vindt er tussen deze landen overleg en afstemming plaats over de manier waarop deze richtlijn wordt ingevoerd? Dank voor dit moment.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Binnema. Ik geef het woord aan de heer Köhler.
De heer Backer i (D66):
Voorzitter, is het toegestaan om een interruptie te plegen?
De voorzitter:
Ja, meneer Backer.
De heer Backer (D66):
Ik heb in mijn eerste termijn geprobeerd een aantal wat verder reikende gedachtes ter tafel te brengen over bouwstenen voor een nieuw stelsel. Ik hoor van de heer Binnema de klassieke bezwaren en ook wat pessimisme. Het klimaatoverleg gaat mislukken en een aantal dingen, zoals compensatie voor inkomensterugval. Zou de GroenLinksfractie bereid en geïnteresseerd zijn om over een verdergaande stelselwijziging mee te denken in een meer fundamentele zin? Daarover heb ik de heer Binnema niet gehoord. Dat is ook niet verplicht, maar ik zou het wel interessant en belangrijk vinden voor het draagvlak.
De heer Binnema (GroenLinks):
De insteek die wij hebben gekozen, is om ons nu te concentreren op de maatregelen die hier voorliggen en op onze zorgen en twijfels daarbij. Ik denk dat de GroenLinks-fractie meer dan bereid is om over een meer fundamentele herziening van het belastingstelsel met u verder te denken, liever vandaag dan morgen. Heel graag zelfs.
De heer Backer (D66):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mijnheer Binnema. Ik geef het woord aan de heer Köhler.