Verslag van de vergadering van 21 april 2020 (2019/2020 nr. 25)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.17 uur
De heer Gerbrandy i (OSF):
Voorzitter. Mijn fractie, de OSF, zal voor de vijf wetsvoorstellen stemmen. Mijn fractie gaat vanzelfsprekend ook stemmen voor de motie-Kox, die wij medeondertekend hebben. Wij stemmen tegen de motie van de heer Otten.
Ik wil bij twee wetsvoorstellen opmerkingen maken. Het eerste betreft de tweede incidentele suppletoire begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Mijn grote respect gaat uit naar de regering, die zo adequaat en vlot en met grote inzet deze wetten heeft geproduceerd. Wat blijkt? In Nederland is er onder werkgevers en werknemers een enorm draagvlak voor de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid. Dat is belangrijk. Nou komt er toch een kritisch punt, want die voorwaarden, door mevrouw Sent zo nadrukkelijk benoemd — ik heb vandaag geen bijdrage geleverd, maar anders zou daarop het accent hebben gelegen — daar sluit ik mij echt bij aan. Pas 31 mei hebt u opnieuw de mogelijkheid om die voorwaarden beter aan te scherpen, want dat draagvlak, dat zo breed was in ons land, is eigenlijk door dat ene schrijnende voorbeeld helemaal weg. Ik vind het een gemiste kans dat in de haast en ondanks het goede werk — dat stel ik voorop — niet iemand heeft gedacht: moeten we niet denken aan die bedrijven die zo veel winst maken en die evengoed nog mensen ontslaan? Die bonussen en zo, dat is schrijnend. ik noem dat een flater.
De voorzitter:
Wilt u afronden, meneer Gerbrandy, anders gaat het op een derde termijn lijken.
De heer Gerbrandy (OSF):
Nee, dat wil ik nog niet, voorzitter, want ik heb niet een bijdrage geleverd. Ik zit hier tien uur in deze Kamer. Ook in het College van Senioren hebben we gezegd: dan mag je iets meer zeggen, met alle respect. Ik ga het kort houden.
De voorzitter:
"Iets" is dan ook wel "iets". Dus als u het daarbij wilt laten; liever niet al te lang doorgaan.
De heer Gerbrandy (OSF):
Dank u. Dan komt er een tweede opmerking, en dat zal u niet verbazen, meneer de minister, zeg ik via de voorzitter. Hoe zou het geweest zijn als wij voor iedereen een basisinkomen hadden gehad? Was het dan zo moeilijk geweest in Nederland dat we al die uitkeringen en al die hulpmaatregelen, al die ondersteuning nodig hadden gehad? Laten we dat denken over dat basisinkomen voortzetten. Niet nu, maar het is de tweede keer. U kunt er echt op wachten dat ik nog een derde keer kom in dit theater.
Mijn laatste opmerking is dat ik zeer nadrukkelijk de tijdelijke verlenging huurovereenkomsten steun. Wat mij opvalt, is het volgende. De regering wil geen huurstop, want ze zegt: de coöperaties worden dan belemmerd in hun basistaak om meer huizen en duurzame huizen te bouwen.
De voorzitter:
Meneer Gerbrandy, ik ga u nu echt onderbreken. We hebben niet afgesproken dat we een derde termijn zouden doen over die zeven onderwerpen. We hebben afgesproken dat fracties een stemverklaring kúnnen geven. U had zich ook kunnen inschrijven voor spreektijd. Daar heeft u niet voor gekozen, dus u krijgt die spreektijd ook niet, en u krijgt ook geen derde termijn. U kunt wel zeven stemverklaringen afleggen, dus dat is best een paar minuten, maar u bent nu meer dan vijf minuten, zo niet tien minuten bezig. Dat is echt onredelijk lang. De anderen hebben dat ook niet gedaan. Ik verzoek u dus af te ronden.
De heer Gerbrandy (OSF):
Ik rond af. De verhuurdersheffing, die door deze regering opgelegd is in 2013, vraagt 2 miljard per jaar van de coöperaties. De minister heeft vanmiddag gezegd: wij geven 1 miljard terug. Ja, dat doet ze in tien jaar. Dat is wat anders dan 2 miljard per jaar.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Gerbrandy. Het woord is aan de heer Van Rooijen.