Verslag van de vergadering van 8 december 2020 (2020/2021 nr. 14)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.15 uur
De heer Crone i (PvdA):
Dank u, voorzitter. Allereerst dank aan deze staatssecretaris, overigens ook aan de twee andere bewindslieden. Deze staatssecretaris is in al zijn nieuwheid soepel in het debat gerold. Hij heeft overtuigende antwoorden gegeven. Het waren niet altijd inhoudelijk overtuigende antwoorden, maar hij weet wel waar hij het over heeft en hij staat daar achter. Daar dank ik hem voor. Wat hij ooit heeft gezegd — dit wilde ik ook worden — komt er nu ook uit. Dat wil niet zeggen dat het beleid altijd zo goed is, maar hij straalt uit dat het nog veel beter kan.
Ik ben dan ook blij dat de staatssecretaris de taksbrief, de brief over de processen, heeft toegezegd. Van mij mag hij daarin ook best laten doorschemeren dat hij inhoudelijk ook een opvatting heeft.
De staatssecretaris heeft ook erkend dat de belastingmoraal ten onder gaat als wij het niet goed doen. Ik heb daar zelf een hoofdzaak van gemaakt. Het belastingstelsel moet eenvoud, eenduidigheid en eerlijkheid uitstralen. Hij heeft dat ook wel een beetje gezegd, maar ik wil het nog iets scherper zeggen: als de uitvoering niet klopt, kun je het eerlijk bedacht hebben, maar dan komt het op de burgers niet eerlijk over. Dat is natuurlijk het drama met de Toeslagenwet, maar dat zien we in steeds meer wetten ontstaan. Dus ik zou dat punt toch met vette letters nog een keer willen herhalen, want dat staat uiteindelijk de belastingmoraal in de weg. Globaal is de belastingmoraal goed, maar dat die in het kader van de oudertoeslagen goed is, kunnen wij toch niet volhouden. Daarom is het naar mijn mening goed dat wij volhouden dat er uitvoeringstoetsen moeten komen. Die zijn van oudsher gericht op de uitvoeringsdiensten, maar kennelijk ook nog niet goed genoeg. Daarom ben ik blij dat de staatssecretaris de doenvermogentoets steunt, waar veel Kamerleden al twee jaar lang mee bezig zijn. Die gaat niet over de uitvoeringsdiensten, maar over de burgers en de bedrijven die als het ware automatisch moeten snappen: hoe werkt dit belastingstelsel, dan doe ik er ook aan mee. Ik wil op dit punt graag een motie indienen.
De voorzitter:
Door de leden Crone, Vendrik, Essers, Bikker, Van der Voort, Gerbrandy, Van Apeldoorn, Geerdink en Van Rooijen wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constateert dat de uitvoering van het belastingstelsel steeds complexer wordt voor burgers en bedrijven;
constateert dat de afgelopen jaren goede ervaringen zijn opgedaan met uitvoeringstoetsen voor overheidsdiensten, zoals de Belastingdienst, en dat die verder moeten worden verfijnd;
constateert dat er in vervolg op de motie-Sent c.s. (2018, 35026-I) eerste experimenten zijn gedaan met de zogenaamde doenvermogentoets, waar juist de burger centraal staat bij de toets op uitvoerbaarheid van belastingregels;
verzoekt de regering alle belastingvoorstellen die aan het parlement worden voorgelegd in het vervolg te voorzien van een doenvermogentoets,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter N (35572).
De heer Crone (PvdA):
Met deze motie geven we dus aan — de staatssecretaris heeft dit mondeling wel toegezegd — dat wij Kamerbreed achter zijn toezegging staan. De staatssecretaris heeft een ruimere toezegging gedaan dan hij in zijn brief van 17 november gedaan heeft. Dat is wel degelijk van belang. Dat incasseren wij en de motie onderschrijft dat. Maar de motie is ook bedoeld om de staatssecretaris een instrument te geven. Hij speculeerde er al over dat het vaak andere departementen zijn die met iets ingewikkelds komen, waarna hij dan de neezegger moet zijn. De staatssecretaris mag deze motie dus zien — als ze wordt aangenomen — als een steun om de doenvermogentoets verder te ontwikkelen.
Dan de BIK. Macro doet het natuurlijk niets. Dat ga ik niet herhalen. Het had niet gehoeven, het had beter gekund. Ik spits het nu toe op twee dingen die voor de Eerste Kamer essentieel zijn. In de uitvoering is het namelijk toch heel rommelig. Het tarief is nog onduidelijk. Als die novelle komt, als de fiscale eenheid wordt geschrapt, dan gaat het tarief omhoog. Een vergissing van de fiscus in uw voordeel; u krijgt een hogere aftrek. Zo kunnen we geen beleid voeren. Het zal gebeuren, maar ik zou toch willen vragen — kennelijk is het onvermijdelijk — of dat niet via een koninklijk besluit langs de Eerste en Tweede Kamer moet. Ik had dat in mijn eerste termijn ook gevraagd. De novelle komt volgende week hier. Ik sluit niet uit dat we daar een extra debat over zullen moeten hebben, afhankelijk van hoe het hiernaartoe komt. Dat is aan de Eerste Kamer, maar dan weet de voorzitter het alvast.
En is het niet veel beter als we die 4 miljard in onze zak houden om mevrouw Van Huffelen te helpen? Ik ben blij met wat ze hier allemaal zei — die complimenten mag u overbrengen — maar in het gunstigste geval komt dat nieuwe stelsel er in 2024. Ik zou dan liever nu die twee keer 2 miljard inzetten om de ouderlijke bijdrage te verlagen, waardoor honderdduizenden mensen minder in het toeslagencircuit terechtkomen. Neemt u het mee, en het is niet erg als u de credits aan mevrouw Van Huffelen geeft. De kern van veel van de maatregelen die we nemen bij de BIK, bij de overdrachtsbelasting, bij box 3 is natuurlijk dat ze allemaal in zichzelf moeten ronddraaien. Als ze geen extra geld krijgt, kan ze ook geen beter stelsel maken, of het nu voor de korte of lange termijn is.
Ook de overdrachtsbelasting is zo'n door het kabinet zelf gekozen knevelarij: omdat iets omlaaggaat voor de een — de starters — moeten de anderen meer betalen. U hoeft niet altijd nee te zeggen als iets niet uitvoerbaar is. U kunt ook zeggen: het is makkelijker uitvoerbaar als ik het niet voor de woningcorporatie hoef te verhogen. Dan is het duurder, maar politiek is kiezen. Dat moet dan maar kunnen. Of doe het niet.
Ik sluit mij aan bij de vraag van de heer Vendrik over de woningcorporaties. Ook hier zit een klem op: als elk dossier in zichzelf financieel rond moet draaien, dan kom je er niet uit. Box 3 is het toonbeeld van een niet-eerlijke heffing, omdat mensen terecht zeggen dat ze dat rendement niet hebben. Draait u alstublieft niet te lang door met die onderzoeken, maar wees eerlijk, wat u net ook even was. U heeft net onthuld dat u een keer heeft gespeculeerd over iets wat misschien wel een vermogensheffing zou worden, maar u kreeg toen de VVD op uw dak. De BIK, box 3: er is er maar één de baas en dat is de VVD. We lijden samen, maar laten we de VVD toch vragen om ook de andere ministers de ruimte te geven voor een solidair beleid. Er wordt daar nee geschud. Mag dat in de Handelingen? Ik meen in alle ernst dat het toch wel een drama is dat er nu al een jaar lang geen besluiten worden genomen omdat de coalitie elkaar gijzelt. Komend jaar gaat dat ook gebeuren met stikstof. Als we het daarover bij dit debat eens zijn, zijn we klaar.
Voorzitter. Mijn laatste punt betreft de klimaatheffingen. Ik ben wel degelijk blij met de marginale heffingen, omdat dat ook een goed begin kan zijn van een bredere, desnoods platte heffing en een verschuiving van lasten van arbeid naar milieuvervuiling. Dit steunen we dus van harte. Ik deel wel de suggestie van de heer Vendrik voor meer transparantie over de ontheffingen, de dispensaties. En ik ben blij met de toezegging van de minister om voor 1 april te melden over de overleggen met de sectoren die in de ODE ernstig worden getroffen. De heer Schalk had het daar ook over. Die dispensatie is ook van belang. Over marginaal gesproken, de heer Nijboer werd geciteerd als het gaat om het extra belasten van een sector, maar de starters betalen de rekening, want die kopen nu een huis en de verkopers krijgen de prijs, want die verkopen in een krappe markt. Dus ik ben van macro, maar ik ben ook van micro. Dan is de overdrachtsbelasting toch niet zo'n verstandige maatregel.
Voorzitter. Ik zal mijn fractie adviseren om veel van het pakket te steunen, maar wat betreft de BIK kunnen we dat nog niet vaststellen, omdat we erg nieuwsgierig zijn hoe het afloopt met de novelle en de mogelijke dispensaties en compensaties. Maar dat zien we volgende week wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Crone. Dan is het woord aan de heer Essers namens de fractie van het CDA.