Verslag van de vergadering van 21 december 2021 (2021/2022 nr. 12)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 14.25 uur
De heer Berkhout i (Fractie-Nanninga):
Voorzitter. De landbouwbegroting: het is normaliter niet bepaald een spektakelstuk, maar het demissionaire kabinet maakt het wel heel bont. Zo sluit deze begroting gedwongen onteigening van boerenbedrijven vanwege stikstofregels niet uit. Dat zal volgens mijn fractie wel degelijk moeten worden uitgesloten.
In de eerste plaats menen wij dat de stikstofcrisis die de regering denkt te zien, verre van een crisis is. In Duitsland staat de heide, met een identieke stikstofdepositie als hier, er volgens de Europese Commissie goed voor. In het Duitse regeerakkoord moet men met een vergrootglas zoeken om het woordje "stikstof" welgeteld eenmaal in een bijzin te kunnen ontwaren. Voormalig PvdA-minister Plasterk zei onlangs ook weer aardige dingen over stikstof, namelijk in De Telegraaf. Ik citeer: "Het is goed om te beginnen met een kaartje van Nederland en buurlanden waarop het stikstofoverschot met rode kleur zichtbaar is, en de gebieden zonder overschot groen. Wat dan opvalt, is dat de grens tussen groen en rood heel precies de landsgrens tussen Nederland en Duitsland is. Je kunt de contouren van Twente en de Achterhoek goed herkennen. De zogeheten stikstofcrisis bestaat alleen in Nederland!"
Mevrouw Kluit i (GroenLinks):
Ik was benieuwd of de heer Berkhout de natuurrapportage heeft gelezen die vorige week bij de stukken van de Eerste Kamer zat.
De heer Berkhout (Fractie-Nanninga):
Die heb ik niet uitgespeld.
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Want daarin wordt jaarlijks weergegeven wat de staat van de natuur in Nederland is. Daarin werd heel duidelijk aangegeven dat er een trend is van een zorgwekkende staat van instandhouding, dat het aantal soorten in Nederland achteruitgaat en het aantal kwetsbare soorten al helemaal, en dat de natuur in Nederland heel erg onder druk staat. Ik vraag me dus af wat de heer Berkhout bedoelt met een imaginaire stikstofcrisis.
De heer Berkhout (Fractie-Nanninga):
Ik ben het er zeer mee eens dat de toestand van de natuur in Nederland te wensen overlaat. Echter, dat wordt volgens mijn fractie niet voornamelijk veroorzaakt door stikstofuitstoot dan wel stikstofdepositie. De normen in Nederland liggen veel hoger dan in de ons omringende landen. Vandaar dat het hier ook een groter probleem is. Voor het beschermen van de natuur zijn nog wel andere middelen te bedenken dan alles op het stikstofdossier gooien.
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Een laatste vraag, voorzitter. Kan de heer Berkhout dan aangeven waar hij de problemen in de natuur ziet? Hij hield net een pleidooi tegen gedwongen onteigening. Als de heer Berkhout bijvoorbeeld vindt dat de natuur moet gaan bestaan uit grotere aaneengesloten gebieden, dan zie ik ook wel een probleem met het pleidooi dat hij net hield.
De heer Berkhout (Fractie-Nanninga):
Dank voor deze vraag, zeg ik tegen mevrouw Kluit. Mijn fractie is sowieso niet voor gedwongen onteigening. Kijk, vrijwillige onteigening of opkopen tegen een hele goede prijs, bijvoorbeeld als er geen opvolger voor het bedrijf is, waar ik later in mijn betoog nog op terugkom …
De voorzitter:
Zullen we daar dan even op wachten, en u nu de kans geven om uw betoog af te maken?
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Voorzitter, ik weet genoeg.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Berkhout (Fractie-Nanninga):
Het gaat ons inderdaad om het woord "gedwongen" binnen onteigening. Wij kunnen niet staan achter het gedwongen, van overheidswege, onteigenen van particulier bezit.
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Ik ben weliswaar niet aangemeld als spreker, maar mevrouw Jorritsma meldde zich net ook al aan de interruptiemicrofoon. Dat was een interessant betoog van de heer Berkhout over die stikstofkaartjes. Dat hebben wij in het verleden ook vaak aangekaart. Het probleem is vooral een administratief probleem — dat zeggen sommige mensen ook — vanwege de postzegelgebieden. De Natura 2000-gebieden zijn allemaal hele kleine gebiedjes. Ook al zou er geen molecuul stikstof meer zijn, dan kan het nog niet robuust genoeg worden. Maar nu zie ik dat er weer nieuwe postzegels bij gekomen zijn. Komt de heer Berkhout daar nog op in zijn betoog? Hoe kijkt hij daartegen aan? Daar is onze fractie wel benieuwd naar.
De voorzitter:
Misschien moeten we de heer Berkhout zijn betoog laten afmaken, dan komen we er vanzelf achter. Dan kan de heer Karakus daarna ook zijn vraag stellen. U vervolgt uw betoog.
De heer Berkhout (Fractie-Nanninga):
Ik dank de heer Otten voor zijn vraag. Ik voer dit betoog hier niet om heel diep op de technische kant van het stikstofdossier in te gaan. Ik zal mijn betoog vervolgen.
Voorzitter. Ik was gebleven bij het citeren van de heer Plasterk.
De heer Koffeman i (PvdD):
Ik wil even een vraag stellen aan collega Berkhout over gedwongen onteigening. Op dit moment staan er 16.000 boerenbedrijven te koop. Elke dag stoppen zes tot zeven boeren. Dat doen ze eigenlijk niet vrijwillig, maar gedwongen door de marktomstandigheden. Vindt hij ook niet dat dan in veel gevallen sprake is van gedwongen verkoop en dat je dat dus moet betrekken bij de gedachte dat we geen gedwongen onteigening willen? Er vindt op dit moment een onvrijwillige onteigening plaats zonder dat dat in de letterlijke zin van het woord "onteigening" heet.
De heer Berkhout (Fractie-Nanninga):
Dank, meneer Koffeman, voor deze verhelderende vraag, want dat klopt. Wij hebben het hier sec over dwang van overheidswege. Als ik het hier in mijn betoog over gedwongen onteigening heb, heb ik het niet over marktomstandigheden die dwang veroorzaken, maar puur over de overheid die met dwang particulier bezit onteigent. Ik zal daar straks nog op terugkomen. Ik ben het met u eens dat er veel boerenbedrijven zijn waar opvolging ontbreekt. Zo gauw er vrijwilligheid in het spel is …
De voorzitter:
Maar nu gaan we weer vooruitlopen op … Ik meen dat u gezegd had dat u nog uitgebreid terugkomt op die onteigeningen, dus dan is mijn voorstel weer: zullen we dat even afwachten? Dan kan meneer Koffeman kijken of het antwoord op zijn vraag daar misschien in zit. Gaat uw gang, meneer Berkhout.
De heer Berkhout (Fractie-Nanninga):
Voorzitter. Laat er in de tweede plaats geen misverstand over bestaan: mijn fractie is niet van de lijn dat de beweging richting duurzamere boerenbedrijven verkeerd is, integendeel. Maar we moeten zaken in proportie zien en de factor tijd centraal stellen. Geef de boer tijd en middelen om verder te verduurzamen en geef hem een eerlijke prijs bij vrijwillige opkoop, bijvoorbeeld bij bedrijven zonder opvolging. Voor de heer Koffeman wil ik daar best aan toevoegen: of bijvoorbeeld bij bedrijven waar men het bijltje er, vanwege wat voor andere omstandigheden dan ook, bij neer wil gooien. De hoeveelheid stikstof die door de landbouw wordt uitgestoten, is volgens de emissieregistratie van het RIVM sinds 1990 bijna gehalveerd. Zelfs de minister gaf in een commissiedebat toe dat de stikstofdepositie al jaren dalende is. Waarom dan toch al deze paniek, vraag ik haar via de voorzitter.
In de derde plaats moeten we ons ervan vergewissen wat er zal gebeuren met de van overheidswege gedwongen geruimde boerenbedrijven, en wat dan het alternatief zou moeten zijn. Als het kabinet boerenbedrijven gedwongen gaat onteigenen, heeft dat niet alleen een enorme sociale en economische impact, maar trekt dat ook diepe sporen door ons landschap. Het is volstrekt niet ondenkbaar dat agrarische bedrijven moeten wijken voor zwarte vlaktes van zonnepanelen en honderden meters hoge windturbines die onze leefomgeving verzieken en onze natuur vernietigen. Ons Nederlandse landschap wordt volkomen verminkt omdat we een paar postzegels heide zeggen te redden. Dat is niet uit te leggen. We kunnen natuurlijk niet voor een begroting stemmen die uit hoofde van uitlegbaar stikstofbeleid de gedwongen onteigening van boeren niet uitsluit. Wij gaan ervan uit dat de minister dat ook begrijpt en zouden graag een toezegging krijgen dat gedwongen onteigening van boerenbedrijven omwille van stikstofregels uitgesloten is. Daarmee rond ik af, voorzitter. Mocht die toezegging uitblijven, dan overwegen wij in tweede termijn een motie op dit punt.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Berkhout. Dan is nu het woord aan de heer Koffeman namens de Partij voor de Dieren.