Plenair Holterhues bij behandeling Algemene Financiële Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 19 november 2024 (2024/2025 nr. 08)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 12.03 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Holterhues i (ChristenUnie):

Dank u, voorzitter. Ik zit al 25 jaar buiten deze Kamer in de wereld van impact investeren, zo investeren dat je naast risico en rendement ook let op de impact van je investeringen. Dragen die bij aan een betere wereld, bijvoorbeeld door het verminderen van ongelijkheid in de wereld, of aan de energietransitie? Put your money where your mouth is, is dan ook een gevleugelde uitspraak in de sector waar ik me dagelijks in begeef. Als je werkelijk bezorgd om iets bent, stop je daar ook je geld in.

Dit "put your money where your mouth is" herkent mijn fractie helaas niet in de Miljoenennota die voor ons ligt. Mijn fractie ziet tal van discrepanties tussen het geformuleerde beleid van het nieuwe kabinet en het geld dat men ervoor overheeft. De begroting roept bij mijn fractie dan ook erg veel vragen op. We krijgen er zelfs lichtelijk hoofdpijn van. In aansluiting op wat de heer Bovens zei: we vinden de heilige van vandaag wel passen bij de begroting. Het is vandaag de feestdag van de Heilige Mechtild van Hackeborn, patrones tegen hoofdpijn. In mijn bijdrage zal ik stilstaan bij die discrepanties en ook kijken naar het langeretermijnperspectief.

Voorzitter. Allereerst het inmiddels bekende begrip "bestaanszekerheid". Hoe werkt daar het "put your money where your mouth is"-principe door? Hoewel het kabinet bestaanszekerheid hoog in het vaandel heeft, constateert het Nibud dat de kabinetsplannen de bestaanszekerheid niet structureel zullen verbeteren. Veel van de voorgestelde maatregelen zijn vooral incidenteel van aard. Daarnaast zullen, zo berekende het Nibud, met name de middeninkomens erop vooruitgaan, maar de mensen die echt in de problemen zitten, die op het bestaansminimum leven, gaan er niet of nauwelijks op vooruit, en zeker niet structureel. De maatregelen zorgen er bovendien voor dat de marginale druk bij gezinnen met inkomens op modaal tot anderhalf modaal verder omhooggaat.

De verlaging van het eigen risico lijkt een goede manier om de uitgaven van huishoudens te verlagen, maar deze maatregel zal zorgen voor hogere zorgpremies, waardoor het effect per saldo klein is. De vrees is dat dit de kloof tussen arm en rijk verder zal vergroten. Mijn fractie heeft zorgen over de bestaanszekerheid van de lagere inkomens, de werkende armen en de mensen die niet kunnen werken, zoals de bijna 900.000 mensen die in de WIA zitten. Kan de minister toelichten waarom niet structureel wordt geïnvesteerd in bestaanszekerheid, met name voor de huishoudens met een laag inkomen?

Voorzitter. Veel doelstellingen in de kabinetsplannen zijn volgens de Algemene Rekenkamer niet of slechts abstract geformuleerd. Risico's en onzekerheden zijn niet duidelijk in kaart gebracht. Dit zien we ook terug in de Landbouwbegroting. Europese doelstellingen op het gebied van klimaat, stikstofreductie en derogatie blijven staan, maar tegelijkertijd is er nagenoeg niets meer over van de 24,3 miljard van het transitiefonds van het vorige kabinet. Kan de minister aangeven hoe de Europese doelstellingen toch gehaald kunnen worden met veel minder budget? Hoe pareert de minister de aangehaalde kritiek van de Algemene Rekenkamer?

Voorzitter. De coalitiepartijen spreken mooie en warme woorden over klimaat en energie. In het hoofdlijnenakkoord staat onder andere: "We houden ons aan de bestaande afspraken. Alleen als we de doelen niet halen, maken we alternatief beleid." Mijn fractie ziet ook hier een grote discrepantie tussen voorgenomen beleid en beschikbaar budget. In het budget wordt immers flink gesnoeid. De SDE-uitgaven worden vanaf 2026 structureel afgeroomd met 1 miljard. Er is een generieke taakstelling om budgetten voor subsidies structureel met 1 miljard te verlagen. Het is onduidelijk wat dit betekent voor klimaat en energie. De salderingsregeling voor kleingebruikers wordt met ingang van 1 januari 2027 in een keer beëindigd, zonder gelijkelijke afbouw. Het budget voor het Klimaatfonds wordt incidenteel verlaagd met 1,2 miljard. Kan de minister deze keuzes toelichten? Hoe beziet de minister een abrupte koerswijziging zoals de plotselinge afbouw van de salderingsregeling in het licht van een betrouwbare en consistente overheid voor mensen die de afgelopen jaren geïnvesteerd hebben in zonnepanelen? Kan de minister aangeven wat het effect is voor klimaat en energie van de generieke taakstelling om budgetten voor subsidies structureel met 1 miljard te verlagen?

Voorzitter. Elke regio telt! "Een leefbare regio is een bereikbare regio", zo stelt het kabinet. Het kabinet wil daarom onder andere meer investeren in het openbaar vervoer in de regio. Bereikbaarheid is erg belangrijk om de hele regio Noord een impuls te geven. Daar lijkt iedereen het over eens te zijn, maar de belangrijkste stappen moeten nog worden gezet om daadwerkelijk de daad bij het woord te voegen. Dat geldt onder andere voor de Lelylijn. Al sinds de jaren tachtig wordt gesproken over de aanleg van de Lelylijn, maar bijna een halve eeuw later is er nog geen meter spoorrail van aangelegd.

Kort geleden kregen de bestuurders van de noordelijke provincies te horen dat de plannen voor de Lelylijn voorlopig in de ijskast zijn geplaatst, terwijl de komst van deze spoorverbinding in het hoofdlijnenakkoord, het regeerprogramma en zelfs in de Troonrede is genoemd! Hoewel het kabinet vasthoudt aan de wens om de Lelylijn te realiseren, maakt het niet duidelijk waar de dekking vandaan moet komen. Waarom wordt het vooronderzoek naar de Lelylijn juist nu uitgesteld, terwijl in de financiële dekking ervan al vanaf het begin van de kabinetsplannen niet was voorzien? Kan de minister verder toelichten hoe het openbaar vervoer in de regio wordt gestimuleerd als daar gewoonweg geen budget voor is gereserveerd?

Voorzitter. Mijn fractie heeft niet alleen zorgen en vragen aangaande het komende jaar, maar met name ook over de langere termijn. Veel van de ambitieuze plannen in de Miljoenennota die een duidelijke dekking missen, worden opgevuld met het toverwoord "innovatie", maar innovatie is geen stuk tape dat op elke barst in de begroting geplakt kan worden. Je kunt een briljante, alles oplossende uitvinding niet afdwingen, zeker niet wanneer hetzelfde kabinet fors bezuinigt op innovatie. Zo wordt bij het hoger onderwijs 1 miljard weggehaald. Denk aan de subsidie op het praktijkonderwijs en de invoering van de langstudeerboete. Dit zijn zorgelijke ontwikkelingen, want een land dat snoeit in onderwijs en innovatie investeert niet in zijn arbeidsproductiviteit in de toekomst. Als innovatie onze problemen moet oplossen, vergt dit serieuze investeringen en geen bezuinigingen. Hoe wil de minister de arbeidsproductiviteit stimuleren als er anderzijds juist wordt bezuinigd op innovatie en onderwijs?

Voorzitter. Een grote maatschappelijke uitdaging waar dit kabinet nog geen financiële oplossing voor heeft geformuleerd, is de vergrijzing. Hoewel het kabinet grote zorgen heeft over tekorten in de zorg, in het onderwijs en op de arbeidsmarkt, wordt hierbij vaak migratie als oorzaak aangewezen en wordt de grijze olifant in de kamer genegeerd. De vergrijzing rukt op in Europa, waardoor het aantal werkenden verder slinkt en de houdbaarheid van de pensioenen en goede zorg in het geding komen.

Ook de afnemende arbeidsproductiviteit heeft grote consequenties voor het overheidsbudget. Sociale zekerheid en zorg zullen een nog grotere hap nemen aan de uitgavenkant, en aan de inkomstenkant komen er minder belastingopbrengsten binnen. De WRR schetst duidelijke risico's voor de toekomst van Nederland en de Europese Unie: economische stagnatie, hogere staatsschulden, opwaartse druk op de inflatie. Kortom, vergrijzingsbestendigheid zou hoger op de agenda van dit kabinet moeten staan. Mijn fractie ziet daarom graag de kabinetsreactie op het WRR-rapport tegemoet.

De begroting van dit kabinet komt weliswaar nu nog onder het EMU-percentage uit, maar er wordt vooral veel geld gestopt in incidentele lastenverlichtingen, waardoor in een oververhitte economie de inflatie alleen maar verder zal oplopen. Juist nu zijn we gebaat bij een wat meer anticyclische koers. Van het geld dat in grote hoeveelheden wordt uitgegeven, wordt er nauwelijks geïnvesteerd op de langere termijn. Het kabinet kiest voor incidentele lastenverlagingen om een mooi koopkrachtplaatje te kunnen presenteren, terwijl mijn fractie het juist belangrijk acht om structureel te investeren in de langere termijn, om voorbereid te zijn op noodzakelijke transities en ons toekomstige verdienvermogen te garanderen.

In de kabinetsreactie op de evaluatie van de Comptabiliteitswet 2016 zei de minister aan de slag te gaan met een agenda toekomstbestendig begroten en verantwoorden. Het kabinet heeft tevens tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen toegezegd met een actieplan te komen om de toekomstige begroting vergrijzingsbestendig te maken. Hoe kijkt de minister aan tegen de overheidsbegroting op de langere termijn, met het oog op vergrijzing en afnemende arbeidsproductiviteit?

Voorzitter. Het verheugt ons dat de onzalige verhoging van de btw op boeken, kranten en tijdschriften, op cultuur en op sport van de baan lijkt te zijn.

Mijn fractie komt bij de begrotingsbehandeling van wat tegenwoordig "Ontwikkelingshulp" heet, maar wat wij liever "Ontwikkelingssamenwerking" zouden noemen, omdat dit meer recht doet aan de praktijk, terug op de voorgenomen bezuiniging, die een graat in onze keel is. Dit hebben we ook uitgebreid aan de orde gesteld bij de Algemene Politieke Beschouwingen. Voor het overige ziet mijn fractie uit naar de beantwoording van onze vragen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Holterhues. Dan is er een interruptie van de heer Griffioen namens BBB.

De heer Griffioen i (BBB):

Een korte vraag. U had het over de langstudeerboete. De Partij voor de Dieren heeft schriftelijke vragen gesteld aan de minister over dit onderwerp, zoals: is het waar dat je een jaar vertraging kunt krijgen in je bachelorfase en in je masterfase? Het antwoord was: ja. Dus als je nominaal vijf jaar studeert, mag je er twee jaar langer over doen. Dat is dus niet per definitie een langstudeerboete. Twee jaar extra lijkt me toch een vrij ruime manier. Hoe kijkt u daartegen aan?

De heer Holterhues (ChristenUnie):

Nou, breder. Ik vind dat we moeten investeren in innovatie, zeker als we letten op de vergrijzing. Dan moet je niet met dit soort maatregelen komen.

De heer Griffioen (BBB):

Dat eerste ben ik met u eens, maar dat is nog geen antwoord op mijn vraag.

De heer Holterhues (ChristenUnie):

Meer breder: de langstudeerboete vinden wij gewoon geen effectieve maatregel als je wilt investeren in innovatie.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Baumgarten namens JA21.