Verslag van de vergadering van 10 december 2024 (2024/2025 nr. 12)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 20.50 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Van Apeldoorn i (SP):
Dank, voorzitter. Dank aan de bewindslieden, ook aan de niet-aanwezige bewindslieden, voor de beantwoording. Ik deel ook de complimenten aan de kersverse staatssecretaris. Veel van mijn vragen zijn beantwoord, maar nog niet al mijn vragen. Ik loop dus nog even een aantal punten langs.
Ik had het over de winstzekerheid die boven de bestaanszekerheid wordt gesteld en de cadeaus aan het kapitaal van dit Belastingplan. Dat waren er vier. Het zijn er waarschijnlijk nog meer, maar ik houd het even bij een lijstje van vier. Een. De inkoopfaciliteit van eigen aandelen. De staatssecretaris zegt in zijn beantwoording dat het allemaal om een nauw omschreven uitzondering gaat, maar deze uitzondering kost dus wel 800 miljoen à 2 miljard per jaar. Is het niet zo dat veel grote beursgenoteerde bedrijven hun winst uitkeren via inkoop van eigen aandelen en het met dit Belastingplan dus weer onbelast wordt, omdat er geen sprake van dividendbelasting is? Dat is toch gewoon een feit? Je kunt dat politiek verschillend wegen, maar mijn fractie vindt dat buitengewoon betreurenswaardig. Heel veel belasting wordt dan niet geheven over wat de facto een winstuitkering is.
De expatregeling, cadeau nummer twee, wordt verruimd met dit Belastingplan. Maar ik ben blij dat de staatssecretaris tegelijkertijd een nieuwe versobering aankondigt. Wij zijn het eens dat ongereguleerde arbeidsmigratie ook maatschappelijk ongewenste effecten heeft. Dat geldt ook voor de expats, bijvoorbeeld als het gaat om de woningmarkt. Arbeidsmigratie is hier een verdienmodel. Wij zien nieuwe plannen voor versobering dus graag tegemoet.
Het derde cadeau aan het kapitaal betreft de directeur-grootaandeelhouders. Het tarief van box 2 gaat van 33% naar 31%. De staatssecretaris heeft het hier over een goede balans, of een goed evenwicht. Ik weet niet precies welke woorden hij gebruikte voor box 2 in vergelijking met box 1. Maar het is toch een feit dat de effectieve belastingdruk in box 2 veelal lager ligt dan in box 1, zo vraag ik de staatssecretaris. Dat is ook omdat veel ondernemers in box 2 onder het lage vpb-tarief vallen. Hoezo is dat dan evenwichtig? Daar komt nog eens een keer bij dat je in box 2 ook een half miljoen mag lenen.
Het vierde en laatste cadeau is dat de earningstrippingmaatregel, de renteaftrekbeperking, wordt verruimd. Dat wordt dan gedaan onder de bekende vlag van het vestigingsklimaat. Ik wil het volgende toch even in herinnering brengen. Dat heb ik in de discussie wel een beetje gemist. Deze earningstrippingmaatregel, de renteaftrekbeperking, komt voort uit de ATAD. Dat gaat om een EU-richtlijn die erop gericht is om belastingontwijking tegen te gaan, of te verminderen. Daarom hebben we dus die renteaftrekbeperking, of die earningstrippingmaatregel. Erkent de staatssecretaris dat we door die renteaftrekbeperking te verruimen van 20% naar 24,5% nu eigenlijk weer meer belastingontwijking gaan toestaan, of dat we daar minder streng op gaan worden? Dat gaat de belastingbetaler een half miljard of, wat is het, 424 miljoen per jaar kosten. Heb ik de staatssecretaris zo goed begrepen?
Over vermogensongelijkheid kan ik het nog heel lang hebben met de staatssecretaris. Die tijd heb ik niet, maar daar kom ik zeker nog een keer op terug, ongetwijfeld ook bij het volgende Belastingplan. Maar ik blijf me erover verbazen dat je zegt: een te scheve vermogensverdeling leidt tot allerlei problemen, maar helaas kunnen wij niet zeggen of het te scheef is en dus hoeven wij niets te doen. Dat is eigenlijk de conclusie die dit kabinet trekt. Je moet daar uiteindelijk een oordeel over vellen: vind ik het te scheef of niet? Als je het te scheef vindt, dan moet je er iets aan doen.
Over scheefheid gesproken, zeg ik nog het volgende. Dat is hier wel aan gerelateerd, maar daarover heeft de staatssecretaris volgens mij niets gezegd. Daaraan is hij in deze beantwoording kennelijk niet toegekomen. Ik heb geconstateerd, wat ik vorig jaar ook al heb gedaan, dat we in Nederland feitelijk, als je naar de top kijkt, een degressief belastingstelsel hebben in plaats van een progressief belastingstelsel. Dat blijkt ook uit een hele recente CPB-analyse, uit het voorjaar van 2024. Die is dus van dit jaar. Bij de top 1% en de top 0,1% is de effectieve belastingdruk lager dan voor de gemiddelde Nederlander. Dat geldt ook voor de top 10%. Met andere woorden, de sterkste schouders dragen helemaal niet de zwaarste lasten, zoals ik in eerste termijn ook zei. Wat vindt de staatssecretaris van die omgekeerde Robin Hood? Is dat niet in ieder geval heel slecht voor het draagvlak van ons belastingstelsel en voor onze belastingmoraal? Op die vragen heb ik eigenlijk nog geen antwoord gehad van de staatssecretaris.
Voorzitter. Ten slotte nog twee vragen aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het is fijn dat hij hier ook nog is. Ik had het over de verlaging van de algemene heffingskorting en dat dat geen sociale maatregel is. Klopt het dat mensen die het minimumloon verdienen, en zeker mensen die parttime werken, dat wil zeggen minder dan 33 uur — dat is nogal een grote groep; volgens mij is dat 60% — er niet op vooruitgaan door deze verlaging van de AHK, de algemene heffingskorting, zo vraag ik de minister. Volgens mij heb ik hem dat ook horen zeggen. Dat is ook niet het geval in combinatie met de verlaging van de eerste schijf. Deels zijn dat misschien wel dezelfde mensen als de mensen die er straks met de huurtoeslag op achteruitgaan. Wat betekent dat dan voor de bestaanszekerheid van die mensen? Misschien kan de minister daar nog op ingaan.
Voorzitter, nu helemaal tot slot. Dan ben ik ruim binnen de tijd klaar. Ik was blij te horen dat de minister meermaals uitsprak dat het ook de ambitie van het kabinet is om uiteindelijk de kinderarmoede weer naar beneden te brengen en er niet tevreden mee te zijn dat het een vlakke lijn blijft en dat die armoede in stand blijft in plaats van daalt. Dat zou een uitwerking van de motie-Van Apeldoorn zijn, de motie van de SP die in dit huis bij de Algemene Financiële Beschouwingen met meer dan een tweederdemeerderheid is aangenomen. Ik zie dan ook de plannen van de minister tegemoet om die grotere ambitie, die hij kennelijk met ons deelt, ook waar te maken. Ik hoop dus dat hij kan toezeggen dat dit ook daadwerkelijk het geval zal zijn, dat er iets van een plan komt rond het voorjaar, voor de Voorjaarsnota, waarin staat hoe het kabinet denkt dat te kunnen gaan realiseren.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Ik dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Van Rooijen voor zijn inbreng in tweede termijn.