Rappelabele toezeggingen Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Rappel maart 2023)



Dit is het rappel tot 02-01-23.

 




Toezegging Tweejaarlijkse rapportages reductie kinderarmoede (34.775, D) (T02973)

De staatssecretaris van SZW zegt, naar aanleiding van opmerkingen van het lid Kox (SP, mede namens CDA, GroenLinks, PvdA, ChristenUnie, PvdD, SGP en OSF), bereid te zijn een kwantitatief streefcijfer in het kader van de reductie van kinderarmoede vast te stellen en zegt toe de tweejaarlijkse rapportages hierover naar de Kamer te sturen.


Kerngegevens

Nummer T02973
Status openstaand
Datum toezegging 26 mei 2020
Deadline 1 januari 2025
Voormalige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Huidige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Participatie en Integratie
Kamerleden M.J.M. Kox (SP)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen armoedebestrijding
kinderarmoede
reductiedoelstelling
Kamerstukken Miljoenennota 2018 (34.775)


Uit de stukken

Handelingen I 2019/2020, nr. 28, item 10, blz. 1-2

De heer Kox (SP):

Het terugbrengen van armoede onder kinderen in Nederland houdt deze Kamer al lange tijd bezig. Een daarover handelende motie werd in oktober 2018 hier aangehouden, omdat de minister-president ons toen verzekerde dat de regering bezig was met het formuleren van een reductiedoelstelling voor kinderarmoede waar de Kamer ook in 2017 al bij motie om had gevraagd, maar meer tijd nodig had. Die tijd heeft de Kamer aan de regering gegeven. Volgens onze systematiek moet er uiterlijk twee juni over de aangehouden motie uit 2018 door deze Kamer worden besloten. Daarom maken wij vandaag de balans op. Daarbij mag ik spreken namens de fracties van CDA, GroenLinks, PvdA, ChristenUnie, PvdD, SGP, OSF en mijn eigen SP. Als dat niet "boven de partijen" is, dan weet ik het niet meer. […]

De nu aan de orde zijnde motie en haar voorganger uit 2017 hebben een helder verzoek aan de regering: het formuleren van een kwantitatieve reductiedoelstelling opdat daaraan gekoppeld beleid ter terugdringing van de kinderarmoede beter beoordeeld kan worden en desgewenst bijgesteld. Het goede nieuws is dat het antwoord op die vraag inmiddels bevestigend luidt. […]

In haar brief van 9 april van dit jaar schrijft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ons, in vervolg op een mondeling overleg met deze Kamer begin dit jaar, dat de regering inmiddels wel bereid en in staat is om een kwantitatieve reductiedoelstelling vast te stellen, gelet op de breed levende wens in deze Kamer. Die doelstelling behelst een afname van het aantal kinderen in armoede met 9,2% in 2015 naar 4,6% in 2030. Doorvertaling van deze doelstelling, zo meldt de staatssecretaris, betekent dat het aantal kinderen in armoede aan het eind van deze kabinetsperiode afneemt naar 7,2%. De regering zal op basis van de nu vastgelegde kwantitatieve reductiedoelstelling via tweejaarlijkse rapportages de vinger aan de pols houden en bezien of de ontwikkeling van kinderarmoede de gewenste richting ingaat en of een eventuele bijstelling van het streefcijfer en/of de horizon waarbinnen dit cijfer moet worden bereikt, nodig is. De nu vastgestelde doelstelling betreft Europees Nederland.[…]

Nu de regering alsnog bereid is gebleken te doen wat wij als Kamer willen, is het aan de regering om die belofte in de begroting voor komend jaar concreet in te vullen. In die zin zijn we dus nog op tijd om onze wens verwerkt te krijgen in de beleidsvoornemens van de regering voor komend jaar. Het lijkt dan verstandig om de beoordeling van die concrete kwantitatieve doelstelling in eerste instantie over te laten aan onze collega's in de Tweede Kamer. Daarna kunnen wij er desgewenst ons licht over laten schijnen aan het eind van het jaar, bij de Algemene Politieke en Financiële Beschouwingen en de begroting voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dan kunnen wij met de regering het inhoudelijke debat voeren over de concrete invulling van de reductiedoelstelling. Het is belangrijk dat de regering bereid is om, indien nodig, de doelstelling en het tijdpad bij te stellen. Het zal velen in deze Kamer plezieren als de reductie sneller verloopt dan de regering nu als doel stelt. […]

De Kamer ziet de rapportages van de regering en de voorstellen in de begroting met grote belangstelling tegemoet en zal nauwgezet volgen of de gestelde doelen ook gehaald worden en eventueel bijgesteld moeten worden. […] Indien de regering aldus gaat handelen — ik ga ervan uit dat de staatssecretaris dat vandaag, na haar schriftelijke bevestiging, ook nog mondeling toezegt — wordt de hier aangenomen motie uit 2017 deel van het regeringsbeleid en kan derhalve de hier aangehouden motie van 2018 ingetrokken worden. Maar namens de genoemde fracties zie ik natuurlijk eerst uit naar de reactie van de staatssecretaris.

Handelingen I 2019/2020, nr. 28, item 10, blz. 5

Staatssecretaris Van Ark

Maar ik wil vooral benadrukken dat ik heel graag mijn handtekening heb gezet onder wat ik in de brief heb geschreven en wat tot uitdrukking is gekomen in wat er nu voorligt, namelijk een streefcijfer om te laten zien hoe wij kwantitatief uiting gaan geven aan de reductie van kinderarmoede. […] Op heel veel fronten is er dus sprake van vraagstukken op het gebied van kinderarmoede. Dat betekent dus ook dat dit een breed door het kabinet gedragen brief is. Ik dank de heer Kox voor zijn opmerkingen. Misschien kan ik het in die zin kort houden door te zeggen dat ik de keuzes die gemaakt zijn en in de brief staan van harte onderschrijf.

[…]

Als je nergens een lat legt, is het vrij lastig om uiteindelijk te meten waar je staat. Daarom vind ik het van belang om een streefwaarde voor de langere termijn, voor 2030, neer te zetten, maar je moet ook terugrekenen om te kijken waar je staat. De heer Kox gaf al aan: dat gaat ook gebeuren bij de aankomende begroting. We zullen rapportages sturen, dus ieder Kamerlid kan dan kijken of de doelstellingen gehaald worden.

Handelingen I 2019/2020, nr. 28, item 10, blz. 6

De heer Kox (SP):

Na de schriftelijke toezegging en de bevestiging daarvan in de vergaderzaal van de Eerste Kamer, zodat het ook onderdeel wordt van de wetsgeschiedenis, wordt de wens van de Kamer deel van het beleid. Dat vind ik buitengewoon fijn, ook al heeft het wat lang moeten duren. Ik vind het buitengewoon fijn dat de staatssecretaris zegt dat het niet alleen deel wordt van haar beleid, maar ook van het regeringsbeleid. De strijd tegen kinderarmoede is een zaak die de hele regering en het hele parlement aangaat, zo voeg ik daaraan toe. Met de toezegging van de staatssecretaris kan de hele Kamer tevreden zijn. Ik stel voor om de aangehouden motie uit 2018 bij dezen in te trekken.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Uitkeringen aan reeds failliet verklaarde bedrijven betrekken bij de eindevaluatie van de NOW-regeling (35.438) (T02975)

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van der Linden (FVD), toe bij de eindevaluatie van de NOW-regeling mee te nemen hoeveel geld er is uitgekeerd aan bedrijven die reeds failliet waren verklaard en aan bedrijven die na de uitkering failliet zijn verklaard.


Kerngegevens

Nummer T02975
Status openstaand
Datum toezegging 6 juli 2020
Deadline 1 januari 2025
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken en Klimaat
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden L.P. van der Linden MSc. (Fractie-Nanninga)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen evaluaties
faillissementen
Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid
Kamerstukken Tweede incidentele suppletoire begroting Economische Zaken en Klimaat 2020 inzake Noodpakket banen en economie (35.438)


Uit de stukken

Handelingen I, 2019-2020 , nr. 35, item 4, blz 16-17.

De heer Van der Linden (FvD):

Voorzitter, dank u wel. Mijn bijdrage ging vooral over uitkeringen aan failliete bedrijven en om daar nog wat aan te doen. Ik heb nog wel een vraag aan de minister. De specificatie van 6 miljoen van voor faillissement en na faillissement uitkeren is er nog niet. Kan die op termijn alsnog wel gegeven worden? Kan de minister aangeven dat hij de Kamer daarover zal berichten zodat we kunnen zien hoeveel van die 6 miljoen nu voor en hoeveel na faillietverklaring is uitgekeerd? Veder wil ik het nog even hebben over de beantwoording van de vragen over de uitvoering en over het bewaken en controleren. Voorafgaand aan dit debat heb ik met curatoren gesproken. Er worden uitkeringen gedaan aan inmiddels failliet verklaarde ondernemingen. Dat gaat om tonnen tot miljoenen. Een heeft zelfs proactief contact opgenomen met het UWV om aan te geven: volgens mij gaat dit niet goed en moeten jullie hier wat aan doen, want hiermee gaat belastinggeld direct naar de boedel van curatoren. Controle zelf vindt plaats via polisadministratie Belastingdienst. Die controle schiet kennelijk tekort, want er gaat iets mis. De minister geeft aan dat het niet is te doen voor de 130.000 bedrijven die NOW-steun krijgen. Nou, ik wens dat hier toch te bestrijden. 51 jaar geleden zetten we mensen op de maan. Die 130.000 bedrijven passen allemaal op een Excel-sheet. Het is weliswaar dan een lange maar het past echt. Als je twee dagen voor uitbetaling van die NOWregeling een export maakt van het Centraal Insolventieregister — dat kan gewoon online — en een export van de NOW-betaling die je gaat doen wat betreft die 130.00 bedrijven en je een paar mensen aan het werk zet om de verschillen te zoeken en om te kijken of er in die lijst een paar failliet verklaarde bedrijven zitten, dan kun je op die manier tonnen tot miljoenen besparen. Die oproep wil ik toch doen aan de minister. Wil hij toezeggen dat hij dat toch in gang gaat zetten? Want het is volgens mij echt mogelijk. Zo niet, heb ik een motie waarvan ik overigens bereid ben die weer in trekken als de minister toezegt het alsnog te gaan doen.

Handelingen I, 2019-2020 , nr. 35, item 4, blz 19-20.

Minister Koolmees: Dank u wel, voorzitter. Ik zal het spreekgestoelte niet aanraken, zodat het zo meteen niet schoongemaakt hoeft te worden. Ik had nog een vraag van de heer Van der Linden liggen over de insolventiecheck. Ik ben het ermee eens dat voorkomen moet worden dat NOW-geld wordt uitgekeerd aan failliete bedrijven dan wel in surseance van betaling verkerende bedrijven. Die check zit er ook in op basis van de polisadministratie. Die administratie is de basis voor de hele NOW en wordt gevuld door de Belastingdienst. Maar er zit altijd een vertraging tussen het uitspreken van het faillissement dan wel een surseance van betaling en de registratie in zo'n database. In de timing zou het dus verkeerd kunnen gaan. Naar onze inzichten gaat het om 6 miljoen, waarvan nog steeds onduidelijk is of de bedrijven voor of na de uitbetaling van de gelden failliet zijn verklaard. Het toevoegen hiervan aan de procedures maakt het systeem alleen maar ingewikkelder. Het gaat om duizenden betalingen per dag. 125.000 bedrijven per maand maken er gebruik van en er zitten twintig werkdagen in een maand. Dat kan gewoon niet handmatig. Ik ontraad dus de motie, hoewel ik het met heel veel overwegingen eens ben. Nogmaals, de check zit in het huidige systeem op basis van de polisadministratie van de Belastingdienst. Daar wil ik geen nieuwe aan toevoegen. Tegen die achtergrond ontraad ik de motie.

De voorzitter:

De heer Van der Linden heeft nog een korte interruptie.

De heer Van der Linden (FVD):

Ik heb gevraagd of de minister wil toezeggen dat die splitsing van die 6 miljoen voor en na er op een later moment wel komt.

Minister Koolmees:

Na afloop gaan we kijken hoeveel er is uitgekeerd aan failliete bedrijven. Op het moment dat we dat weten, kunnen we een inschatting maken of de bedragen zijn uitgekeerd op het moment dat een bedrijf al failliet was of voor dat moment. Bij de eindevaluatie kunnen we dat meenemen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Notitie over de uitvoeringsproblematiek bij Ministerie van Financiën (35.570) (T03230)

De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Rooijen (50PLUS), toe om een notitie voor te bereiden vanuit het ministerie van Financiën voor de formateur over de uitvoeringsproblematiek bij het ministerie van Financiën. De minister laat de leiding van dit dossier bij de minister van Sociale Zaken.


Kerngegevens

Nummer T03230
Status voldaan
Datum toezegging 17 november 2020
Deadline 1 juli 2022
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Hoofdverantwoordelijke)
Minister van Financiën
Kamerleden drs. M.J. van Rooijen (50PLUS)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen kabinetsformatie
Uitvoeringsproblematiek
Kamerstukken Miljoenennota 2021 (35.570)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021, nr. 10, item 8, blz. 35

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Laat ik het heel kort stellen. Is de minister bereid om, misschien voor de kabinetsformatie, ervoor te zorgen dat er in het dossier een notitie vanuit Financiën komt over de grote problemen bij de uitvoering vanuit Financiën gezien? De Belastingdienst moet namelijk niet alleen belastingwetgeving uitvoeren, maar ook een heleboel andere taken van andere departementen. De kinderopvangtoeslag is daarvan het beste voorbeeld. Het beleid komt van een ander departement en de uitvoering ligt bij de Belastingdienst. Is de minister bereid om dat dossier voor te bereiden voor formateur, zodat daar eindelijk in het komende kabinet de hoogste prioriteit aan wordt gegeven?

Minister Hoekstra:

Zeker. Dat zou ik de heer Van Rooijen graag willen toezeggen. Ik zou overigens, zoals we dat nu ook hebben afgesproken in het kabinet, de minister van Sociale Zaken in de lead willen laten. Die trekt dit namelijk in het kabinet. Om hem nou weer een deel van zijn werkzaamheden afhandig te maken, vind ik niet zo goed. Ik zou hem in de lead willen laten. Ik denk dat de heer Van Rooijen gelijk heeft dat je de aanvliegroute breder zou moeten maken dan alleen maar de uitvoeringsproblematiek die valt onder het ministerie van Financiën. Je moet ook naar het UWV, DUO en andere uitvoeringsinstanties kijken. Ik zeg hem dat graag toe.


Brondocumenten


Historie







Toezegging De Kamer spoedig te informeren over het wetsvoorstel Toekomst Pensioenen en de lagere regelgeving (35.925 XV / 32.043) (T03367)

De Minister van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen zegt de Kamer, naar aanleiding van in een commissiebrede brief gestelde vragen, toe de Kamer, met respect voor de staatsrechtelijke verhoudingen en de positie van de Tweede Kamer, zo goed en vroeg als mogelijk te informeren over het wetsvoorstel en de lagere regelgeving.


Kerngegevens

Nummer T03367
Status deels voldaan
Datum toezegging 11 maart 2022
Deadline 1 juli 2024
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Brief
Categorie brief/nota
Onderwerpen toekomst pensioenstelsel
Wet toekomst pensioenen
Kamerstukken Begrotingsstaten Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2022 (35.925 XV)
Toekomst pensioenstelsel (32.043)


Uit de stukken

Kamerstuk 35925 XV / 32043, H, pagina 3

Ik wil uw Kamer graag, met respect voor de staatsrechtelijke verhoudingen en de positie van de Tweede Kamer, zo goed en vroeg als mogelijk informeren over het wetsvoorstel en de lagere regelgeving. Zo zal ik uw Kamer direct informeren over de start van de internetconsultatie van de ontwerpbesluiten, zodat u daar tijdig kennis van kunt nemen.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Seniorenkansenbeleid (36.120 XV) (T03485)

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Rooijen (50PLUS) en Otten (Fractie-Otten), toe het punt over het belang dat senioren langer aan het werk kunnen blijven mee te nemen in de reguliere besprekingen met de werkgevers. Conform de toezegging aan Tweede Kamerlid Den Haan wordt ook bekeken of dat meer via branches en sectoren aandacht kan krijgen in het plan ‘Dichterbij dan je denkt’.


Kerngegevens

Nummer T03485
Status voldaan
Datum toezegging 12 juli 2022
Deadline 1 januari 2023
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden Mr.drs. H. Otten (Fractie-Otten)
drs. M.J. van Rooijen (50PLUS)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen arbeidsmarkt
koopkracht
ouderen
voorjaarsnota
werkgevers
Kamerstukken Wijziging begrotingsstaten Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2022 (Voorjaarsnota) (36.120 XV)


Opmerking

Er is ook een toezegging over dit onderwerp gedaan aan Tweede Kamerlid Den Haan (Fractie Den Haan).

Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 38, item 32 - blz. 28

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik ben erg blij dat de minister zei dat ze liever niet het woord "ouderen" gebruikt, maar "senioren". Ik neem dat graag mee. Ik werd extra blij omdat de minister volgens mij ook aangaf dat zij niet alleen het belang ziet van ouderen die in de samenleving vrijwilligerswerk en mantelzorg doen. Dat delen wij uiteraard. Als dat een week niet zou gebeuren, ligt Nederland plat, heb ik weleens gezegd. Mijn vraag is hoe de minister aankijkt tegen mogelijkheden op de arbeidsmarkt, gegeven het grote tekort aan handen, aan arbeid; de vraag is veel groter dan het aanbod. Wat kunnen ouderen daaraan bijdragen? Ik denk dat het goed zou zijn als daar nog eens goed naar gekeken wordt en dat er misschien eens wordt gekeken hoe we dat met voorlichting aan werkgevers kunnen bevorderen; neem die mensen aan of houd ze langer in dienst. Ik wil het niet over mezelf hebben — ik ben 80 — maar leeftijd zegt niks.

Minister Van Gennip:

Ja. Er zijn al verschillende acties in gang gezet, onder andere via een plan dat heet Dichterbij dan je denkt. Dat gaat over hoe we mensen, werkgever en werkzoekende, dichter bij elkaar kunnen brengen. We hebben een aantal voorlichtingsacties rond senioren. Ik heb uw collega Den Haan van de Fractie Den Haan uit de Tweede Kamer ook toegezegd dat we inderdaad meer voorlichting gaan geven via de brancheorganisaties en de werkgevers. In de tweede helft van dit jaarkomt er een senioren-kansenvisie van mijn hand uit, waarin al dit soortzaken aan de orde zullen komen.

Handelingen I 2021-2022, nr. 38, item 32 - blz. 41

De heer Otten (Fractie-Otten):

Minister Van Gennip denkt na over langetermijnplannen en komt in het najaar met de kansenvisie. Zoals de wereldberoemde econoom John Maynard Keynes al zei in de jaren dertig: "in the long run we are all dead". Miljoenen Nederlanders komen nú in liquiditeitsproblemen, kunnen nú hun energierekening, hypotheek of boodschappen niet betalen, zeker niet met langetermijnplannen of kansenvisies. Zij kunnen niet tegen hun energieleverancier zeggen: wacht u maar tot augustus, dan hoort u wel hoe ik de rekening betaal; accepteert u ook kansenvisies? Natuurlijk kan dat niet.

Handelingen I 2021-2022, nr. 38, item 32 - blz. 48

Minister Van Gennip:

Dan het seniorenkansenbeleid. Ik zeg tegen de heer Otten dat mijn opmerking specifiek ging over seniorenkansen. Ik vind het echt een plan waard. Dat heb ik toegezegd aan uw collega's in de Tweede Kamer, omdat ik echt vind dat er echt heel veel toegevoegde waarde in de maatschappij zit. Ik zal uw punt over het belang dat senioren langer aan

het werk kunnen blijven met de werkgevers meenemen in de reguliere besprekingen. We hadden mevrouw Den Haan al toegezegd om te kijken of we dat meer via branches en sectoren aandacht kunnen geven in Dichterbij dan je denkt. Die toezegging herhaal ik bij dezen, want het is echt een win-winsituatie. Er zijn een aantal mensen die moeilijker aan

het werk komen, terwijl we een grote arbeidsmarktkrapte hebben. Senioren vormen daar een onderdeel van. Wij gaan er vol energie mee aan de slag.

De voorzitter:

De heer Van Rooijen nog een korte vraag.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik neem aan dat dit een toezegging van de minister is.

Minister Van Gennip:

Jazeker.


Brondocumenten


Historie