De Kamerbewaarders en -bodes behoren tot de vaste aanwezigen tijdens parlementaire vergaderingen. Samen ondersteunen zij het Kamerwerk op alle mogelijke manieren. Dertig jaar geleden typeerde een Haagse krant hun nogal gevarieerde takenpakket kernachtig onder de kop: "Kamerbode zet vuilnis buiten en haalt de koningin binnen". Kamerbewaarders en -bodes hebben namelijk ook een belangrijke rol bij ceremoniële ontvangsten van onder anderen staatshoofden, regeringsleiders en parlementariërs. Hun kerntaak is echter om ervoor te zorgen dat de vergaderingen van de Kamers ordelijk en soepel verlopen.


Kamerstukken en koffie

De bodes brengen onder andere stukken in de vergaderzaal rond. Leden mogen zelf namelijk geen teksten van moties aan bewindslieden overhandigen. Alle papieren post gaat via de bodes. Daarnaast voorzien de bodes de Voorzitter, Griffier en gasten van de Kamers (onder wie de bewindspersonen) van koffie, thee of water. Met het oog op de waardigheid van de Staten-Generaal mogen Kamerleden in de vergaderzaal niets eten, behalve misschien een dropje of een pepermuntje.


Opvallende verschijningen

De Kamerbewaarder en -bodes zijn opvallende verschijningen in de plenaire zaal, omdat zij als enige beambten traditioneel gekleed gaan. De Kamerbewaarder gaat gekleed in rokkostuum of mantelpak, versierd met oranje cordon (een sjerp, Tweede Kamer) of gouden ketting (Eerste Kamer) met zilveren penning. Ook de bodes in beide Kamers dragen een rokkostuum en wel met een bodebus.


Bodebus(loos)

De geschiedenis van de opvallende bus die de bodes dragen, gaat terug tot in de middeleeuwen. Met zijn herkenbare bus kon de bode destijds zijn brieven en andere stukken bezorgen, zonder dat hij onderweg tol hoefde te betalen. In de loop der tijd veranderde het attribuut van een echte bus tot een vaak rijkversierde draaginsigne. Vanaf de late jaren 1950 kende de Tweede Kamer een ‘bodebusloos’ tijdperk. De Kamerbewaarder ging nog wel in vol ornaat gekleed, maar de boden waren gestopt met het dragen van de bus: hun kostuums zouden ervan slijten. Op eigen verzoek werd de bus echter in ere hersteld. Vanaf Prinsjesdag 1988 werd hij weer vol trots gedragen.