Rondom 1970 vormde de vergaderzalen van de Eerste en Tweede Kamer het toneel van verschillende protestacties. Tot dat moment hadden demonstraties en protestacties zich vooral buiten de muren van het Kamergebouw afgespeeld. Actievoerders ontdekten echter dat media-aandacht gegarandeerd was wanneer zij vanaf de publieke tribune hun onvrede kenbaar maakten.


Een kunstbeen de zaal in

In 1968 gooiden demonstranten tijdens een herdenking van de slachtoffers van de Russische inval in Tsjecho-Slowakije tientallen papieren naar beneden met daarop de tekst 'hypocriete kruideniermentaliteit van de Nederlanders'. Een jaar later verstoorde een leraar het begrotingsdebat van Defensie door op de tribune zijn oproep voor militaire dienst te verbranden. In 1971 protesteerde een Haagse oorlogsinvalide tegen de pensioenregeling voor oorlogsslachtoffers door zijn zes kilo zware kunstbeen de zaal in te gooien.


Zelfmoordkunstenaar

In datzelfde jaar sprong een man plotseling vanuit de gastenloge omlaag, waarna hij op enkele meters van de grond roerloos aan een touw bleef hangen. Het bleek te gaan om de kunstenaar Harm Brinksma uit Assen, die met heupteugels onder zijn kleding deed of hij zich had verhangen. Hij protesteerde hiermee tegen zijn veroordeling voor de sabotage van legervoertuigen.


Bommelding

Ook indringers vonden in deze periode hun weg naar de vergaderzaal. In 1970 drongen boze bouwvakkers het Tweede Kamergebouw binnen en in 1973 kreeg een man uit Gouda via het stenografentrapje toegang tot de zaal. Een jaar later vonden zelfs twee verstoringen kort na elkaar plaats: eerst bezetten leden van een vereniging van hartpatiënten de vergaderzaal en drie weken later plaatsten demonstranten een nepbom onder de voorzittersstoel. Met name dit laatste voorval vormde mede een aanleiding om een permanente beveiligingsdienst in te stellen.


Spreekkoren in de Eerste Kamer

Hoewel het er in de vergaderzaal van de Eerste Kamer meestal rustiger aan toeging, was ook deze ruimte soms toneel van protest. Zo hieven studenten tijdens de stemming over de verhoging van het collegegeld in 1972 spreekkoren aan die gericht waren tegen de plannen van de regering. Nadat de studenten vervolgens ook spandoeken ontrolden en pamfletten de zaal ingooiden, vond Eerste Kamervoorzitter De Niet het welletjes. Hij liet de gehele publieke tribune ontruimen: een unicum in de geschiedenis van de senaat.


De beveiliging aangescherpt

Sindsdien is het aantal protestacties sterk afgenomen. Het publiek dat tegenwoordig op de tribunes plaatsneemt, is vooraf streng gecontroleerd. In de nieuwe vergaderzaal is het voor buitenstaanders nagenoeg onmogelijk de zaalvloer te betreden. Een van de laatste opmerkelijke protestacties vond plaats in 1999, toen als agenten verklede actievoerders staatssecretaris Cohen in de boeien sloegen.