T01709

Toezegging Notitie kiesrecht en verkiezingen BES-eilanden (33.268)



De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Van Bijsterveld (CDA), Vliegenthart (SP) en Thom de Graaf (D66), een notitie toe over de verschillende (constitutionele) varianten bij het kiesrecht en de verkiezingen voor de eilandsraden op de BES, waaronder de 'ontvlechtingsvariant'.


Kerngegevens

Nummer T01709
Status voldaan
Datum toezegging 25 juni 2013
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden prof. dr. S.C. van Bijsterveld (CDA)
Mr. Th.C. de Graaf (D66)
dr. A. Vliegenthart (SP)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Caribisch Nederland
ontvlechting
verkiezingen
Kamerstukken Wijzigingen in het verkiezingsproces (33.268)


Opmerking

Behandeling op 25 juni 2013 en 2 juli 2013.

Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 32, item 9 - blz. 32-33

Mevrouw Van Bijsterveld (CDA): De minister schetst zojuist een dilemma en dat dilemma zie ik ook. Ik denk dat daarvoor wel een oplossing bestaat. Die ligt in de ontvlechting van de eilandsraadverkiezingen en de verkiezingen die ten doel hebben een bijdrage te leveren aan de samenstelling van de Eerste Kamer. Voor die ontvlechting zijn verschillende modellen denkbaar.

(...)

Minister Plasterk: Mevrouw Van Bijsterveld stelt eigenlijk twee vragen. De eerste is of wij niet zouden kunnen kiezen voor ontvlechten. Als wij dat doen, zouden de inwoners van Bonaire bijvoorbeeld tweemaal naar de stembus moeten: eenmaal voor de eilandsraad en daarmee indirect voor de Eerste Kamer en eenmaal voor een nieuw in te stellen kiescollege dat over het lokaal bestuur gaat. Dan gaat de eilandsraad dus niet meer over het lokaal bestuur en creëer je een heel nieuwe structuur. Die zou altijd grondwettelijk verankerd moeten worden. Dat zou een grondwetswijziging met zich brengen die dan weer in eerste lezing door beide Kamers moet worden besproken en met de eilanden moet worden geconsulteerd. Dat betekent dat dit grondwettraject strandt waardoor wij pas weer bij een volgend kabinet, dus na 2017 D.V., de eerste stappen kunnen zetten en vier jaar later wellicht stemrecht kunnen toekennen aan de inwoners van de BES-eilanden. Ik vind dat eerlijk gezegd niet verstandig en eigenlijk ook niet acceptabel.

Ik kom met alle plezier nog eens terug op die ontvlechtingsvariant. Mijn voorkeur is om dat te doen bij de behandeling van de Grondwet hier in uw Kamer. Wij praten nu over de Kieswet. Ik kom dan daarop graag terug.

(...)

De heer Vliegenthart (SP): Ik benijd de minister niet. Het is een lastig probleem dat volgens mij helemaal niet partijpolitiek is maar heel technisch van aard. Ik voel wel mee met wat collega De Graaf zegt, namelijk dat wij hier straks het ene onrecht met het andere onrecht gaan bestrijden. Ik vind dat ook niet zuiver. De minister wil de ontvlechtingsvariant graag nog een keer toelichten. Misschien zijn er wel meer varianten. Wellicht kan hij daarover een notitie schrijven en die naar deze Kamer sturen? Wij kunnen die dan meenemen bij de behandeling van de grondwetswijziging zodra wij daaraan toe zijn. Ik zou het fijn vinden als de minister dat toezegt en als hij ook wat creatief wil denken over de vraag welke varianten er zijn om beide dingen te regelen. Dat zou best omslachtig kunnen zijn, maar onze democratie vaart er wel bij als wij in dezen principieel zuiver zijn. Ik zou daar de minister graag over willen horen en ik hoor hem ook graag afstand nemen van het idee dat wij het ene onrecht met het andere gaan bestrijden.

Minister Plasterk: Ik snap de opmerkingen van de heer Vliegenthart heel goed. Ik denk toch dat het grootste onrecht nu is dat de Nederlanders die bij tienduizenden wonen op de BES-eilanden geen stemrecht hebben voor een van de twee Kamers der Staten-Generaal. Dat probleem moeten wij zo snel mogelijk oplossen. Het kleinere ongemak dat enige honderden buitenlanders die daar wonen geen stemrecht hebben voor de eilandraad weegt minder zwaar dan het eerste.

Ik ben graag bereid om u bij de behandeling van de grondwetswijziging die notitie toe te zeggen. Ik zal daarbij ingaan op die varianten en ook de suggestie van ontvlechting nog eens de revue laten passeren, zodat u die kunt betrekken bij uw afwegingen.

(...)

Handelingen I 2012-2013, nr. 32, item 9 - blz. 34

Minister Plasterk: Verder zal ik ervoor zorgen dat er een notitie ligt over dit dilemma bij de behandeling van de grondwetswijziging, die wat mij betreft plaatsvindt zodra uw Kamer dat wenst.

(...)

De heer Vliegenthart (SP): Ook dank voor de tweede toezegging, om met een notitie te komen waarin de verschillende punten over de verkiezingen op de BES-eilanden nader zullen worden uitgewerkt.

Handelingen I 2012-2013, nr. 32, item 9 - blz. 38

De heer De Graaf (D66): De minister heeft gezegd dat hij bereid is om ter voorbereiding van de behandeling van de grondwetsherziening een notitie te maken waarin hij de verschillende varianten behandelt. Wij hebben de behandeling van die grondwetsherziening voorlopig even stilgelegd, hier in deze Kamer. Ik denk echter wel dat wij die notitie met enige spoed nodig hebben, ook om te bezien wat een en ander betekent voor de door de minister aangekondigde nieuwe wetgeving. Mijn verzoek aan de minister is of hij vrij snel naar die constitutionele varianten wil kijken. Dan kunnen wij daar misschien nog een apart beraad, al dan niet in commissieverband, met hem over hebben. Dat zou wel erg helpen.

Minister Plasterk: Dat zeg ik met alle plezier toe, overigens ook in de hoop dat het de Kamer zal aanzetten tot het behandelen van die grondwetswijziging. Maar dat is uiteraard aan de Kamer ter beoordeling.

(...)

Handelingen I  2012-2013, 33, item 5, blz. 19-20 

De heer Thom de Graaf (D66): Kan de minister ten minste parallel, maar liefst daaraan voorafgaand, de toezegging van tijdens het debat van vorige week gestand te doen? Die was dat de minister de constitutionele varianten -- laat ik nu niet al te veel uitweiden, want dat is alleen maar tijdsverlies voor de Kamer -- rond de positie van de niet-Nederlanders die stemrecht hebben voor de eilandsraden in beeld zou brengen, zodat wij aan de hand daarvan de beste mogelijkheid kunnen beoordelen. Dan kunnen wij ook bespreken hoe dit bestaande probleem, dat de VVD-fractie op zichzelf terecht aangeeft, kan worden opgelost.

(...)

Minister Plasterk: Aan de heer De Graaf en de heer Vliegenthart die zich bij hem aansloot, zeg ik ook toe dat ik uiterlijk op hetzelfde moment, of als dat kan daarvoor, met een notitie zal komen om in kaart te brengen wat de verschillende constitutionele varianten zijn met betrekking tot de positie van buitenlanders en het actief en wellicht passief stemrecht op de BES-eilanden.


Brondocumenten


Historie