23.216

Initiatiefvoorstel-Rosenmöller inzake bevordering deeltijdarbeid



Dit initiatiefvoorstel van het lid Rosenmöller (GroenLinks) geeft werknemers het recht de arbeidsduur te verminderen en verbiedt werkgevers te discrimineren op grond van arbeidsduur.

Doel is het werken in deeltijd te bevorderen en mede daardoor banen te scheppen.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Tweede Kamer
Schriftelijke voorbereiding
Eerste Kamer
Plenair
 
Verworpen

Het voorstel is op 26 maart 1996 aangenomen na hoofdelijke stemming door de Tweede Kamer met 71 stemmen vóór (PvdA, D66, GroenLinks, Groep-Nijpels, RPF, SP en U55+) en 65 stemmen tegen (CDA, VVD, CD, AOV, GPV en SGP).

Het voorstel is op 16 december 1997 met 43 stemmen tegen (SGP, CDA, VVD en het D66-fractielid Vrisekoop) en 26 stemmen vóór (PvdA, D66 (minus het fractielid Vrisekoop), GroenLinks, SP, RPF, GPV, Fractie-Hendriks en Fractie-Bierman) verworpen door de Eerste Kamer.


Kerngegevens

ingediend

24 juni 1993

titel

Voorstel van wet van het lid Rosenmöller tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek in verband met het recht van de werknemer de overeengekomen arbeidsduur te verminderen en een verbod voor de werkgever tot het maken van onderscheid wegens de arbeidsduur (bevordering van deeltijdarbeid)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Justitie
  • minister van Binnenlandse Zaken

inwerkingtreding

De dag na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst.


Hoofdlijnen

  • De werknemer krijgt het recht eenzijdig de arbeidsduur te verminderen.
  • Daarbij gelden enkele beperkingen om organisatorische problemen voor werkgevers te voorkomen:
    • De werknemer dient zijn wens minstens twee maanden van te voren schriftelijk aan de werkgever kenbaar te maken.
    • Werknemers moeten minstens een jaar bij dezelfde werkgever in dienst zijn.
    • De overeengekomen arbeidsduur kan met hooguit 20% worden verminderd.

    Uiteraard kan in onderling overleg tot een verdergaande vorm van deeltijd arbeid worden besloten.

  • Deeltijdwerkers hebben recht op gelijke behandeling ten opzichte van voltijdwerkers.
  • Dit geldt ook voor werknemers met een kleine deeltijdbaan ten opzichte van werknemers met een grote deeltijdbaan.

Documenten

9
  • 16 december 1997
    stemming (verworpen; tegen: sgp, cda, vvd, vrisekoop (d66)) EK 12, blz: 526
  • 16 december 1997
    verslag van een schriftelijk overleg nr. 73c
  • 9 december 1997
    behandeling Handelingen EK 1997/1998, nr. 9, blz: 407-425, 438-465
  • 11 november 1997
    eindverslag commissies Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid nr. 73b
  • 7 november 1997
    nadere memorie van antwoord nr. 73a
  • 28 oktober 1997
    nader voorlopig verslag commissies Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid nr. 73
  • 10 oktober 1996
    memorie van antwoord nr. 29
  • 28 mei 1996
    voorlopig verslag commissies Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid nr. 226a
  • 26 maart 1996
    nader gewijzigd voorstel van wet nr. 226