Dit voorstel wil de handhaafbaarheid van uitkeringen buiten Nederland verbeteren door de export van sociale uitkeringen naar het buitenland te beperken en aan striktere criteria te onderwerpen. Voor de meeste uitkeringen geldt dat ze werken volgens het personaliteitsbeginsel. In dit voorstel gaat voor veel uitkeringen het territorialiteitsbeginsel gelden.
Doel van het voorstel is het recht op uitkeringen van buiten Nederland wonende personen afhankelijk te maken van afspraken in verdragen met andere landen. Daardoor verbetert de controle op uitkeringen naar het buitenland.
Een ander doel is de Nederlandse regelgeving in overeenstemming te brengen met andere landen, zowel binnen als buiten de Europese Unie.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 3 november 1998 aangenomen door de Tweede Kamer. SP en GroenLinks stemden tegen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 25 mei 1999 zonder stemming aangenomen. GroenLinks en SP is daarbij aantekening verleend.
De wet is opgenomen in Staatsblad 250 van 29 juni 1999.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 251 van 29 juni 1999.
ingediend
25 november 1997titel
Wijziging van de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en enkele andere wetten in verband met de beperking van het exporteren van uitkeringen (Wet beperking export uitkeringen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden vastgesteld
-
-personaliteitsbeginsel en territorialiteitsbeginsel
Bij het personaliteitsbeginsel heeft een persoon recht op een uitkering ongeacht het land waarin hij woont. Bij het territorialiteitsbeginsel is het juist het land waarin hij woont dat de uitkeringsrechten bepaalt.
Het Nederlandse stelsel van sociale verzekeringen is gebaseerd op het personaliteitsbeginsel. In veel andere landen geldt het territorialiteitsbeginsel, dat zegt dat een persoon in het land moet wonen, waarvan hij de uitkering geniet. Uitzondering daarbij zijn verdragsafspraken met andere landen.
Door over te stappen naar het territorialiteitsbeginsel krijgt de Nederlandse overheid betere controlemogelijkheden, omdat het uitkeringsrecht nu afhangt van de afspraken die met andere landen gemaakt worden. Binnen de Europese Unie zijn die afspraken al vastgesteld.
-
-welke volksverzekeringen
sociale voorzieningen: in de uitvoering van Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten treden geen veranderingen op. Ook de zogenoemde Werk- en leefvoorzieningen, die worden toegekend aan personen die in Nederland werkzaam zijn, maar elders wonen (vaak grensarbeiders) blijven ongewijzigd.
werknemersverzekeringen: ook de Werkloosheidswet was al gestoeld op het territorialiteitsbeginsel, waarbij geen uitkering wordt verstrekt aan personen die niet of te lang buiten Nederland verblijven; bij de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Toeslagenwet wordt het territorialiteitsbeginsel in dit voorstel ingevoerd.
volksverzekeringen: bij de Algemene nabestaandenwet, de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene Ouderdomswet wordt het territorialiteitsbeginsel ingevoerd.
-
-bijzonderheden
het voorstel maakt geen onderscheid meer tussen wonen buiten Nederland en langer dan drie maanden buiten Nederland verblijven. Hiermee wordt misbruik van "papieren adressen" in Nederland voorkomen. In Zuid-Europa "overwinterende" Nederlanders ondervinden door EU-verdragen geen gevolgen
overgangsrecht: om personen de tijd te geven zich op deze nieuwe situatie in te stellen en om de overheid in staat te stellen met andere landen verdragen met (nadere) handhavingsafspraken te maken, blijven bestaande uitkeringsaanspraken nog drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet geldig. De Toeslagenwet wordt in die drie jaar afgebouwd.
-
3 november 1998
stemming (tegen: SP en GL) Handelingen TK 1998/1999, nr. 19: blz. 1144-1145 -
29 oktober 1998
voortzetting behandeling Handelingen TK 1998/1999, nr. 18: blz. 1069-1090 -
28 oktober 1998
behandeling Handelingen TK 1998/1999, nr. 17: blz. 1038-1056