Dit voorstel van rijkswet regelt de goedkeuring van het verdrag van Oslo van 18 september 1997. Dit verdrag verbiedt het gebruik, de ontwikkeling, de productie, de verwerving, de overdracht en de aanleg van voorraden van anti-personeelsmijnen.
De verdragspartijen dienen zich ook te onthouden van het verlenen van assistentie aan deze verboden handelingen, en zijn verplicht alle anti-personeelsmijnen te (laten) vernietigen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 11 februari 1999 met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 23 maart 1999 zonder stemming aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 148 van 1 april 1999.
ingediend
2 september 1998titel
Goedkeuring van het op 18 september 1997 te Oslo totstandgekomen Verdrag inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van anti-personeelsmijnen en inzake de vernietiging van deze wapensschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze rijkswet wordt geplaatst
2
-
23 maart 1999
Noten (betekenis en consequenties artikel 85 Grondwet) Handelingen EK 1998/1999, nr. 24: blz. 1097 -
23 maart 1999
behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 1998/1999, nr. 24: blz. 1049-1053