Dit voorstel van wet implementeert richtlijn 98/80/EG van 12 oktober 1998 tot aanvulling van het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG - bijzondere regeling voor beleggingsgoud (PbEG L 281) in de Wet op de omzetbelasting 1968.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 28 september 1999 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 26 oktober 1999 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 481 van 23 november 1999.
ingediend
9 april 1999titel
Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de invoering van een bijzondere regeling voor beleggingsgoudschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van 1 januari 2000.
Het in artikel I, onderdeel B, opgenomen artikel 28o van de Wet op de omzetbelasting 1968 treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat niet is gelegen voor 1 januari 2000
Met de aanvaarding van de zogenaamde 'BTW-richtlijn op beleggingsgoud' komt een einde aan de grote verscheidenheid in regelingen met betrekking tot (beleggings)goud in de diverse lidstaten.
Voor Nederland betekent het met name het vervallen van het verlaagde BTW-tarief voor bepaalde verschijningsvormen van goud.
De regeling kan leiden tot een opleving van de handel in beleggingsgoud.
2
-
28 september 1999
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 1999/2000, nr. 4: blz. 170 -
15 september 1999
behandeling Handelingen TK 1998/1999, nr. 104: blz. 5943-5945