Dit voorstel brengt in de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) enige inhoudelijke en een aantal technische wijzigingen aan.
Een inhoudelijke wijziging betreft het afschaffen van de einddatum voor de indiening van aanvragen tot het voor bekostiging in aanmerking brengen van nevenvestigingen.
Dit in het kader van de invoering van de leerwegen mavo-vbo alsmede van het leerwegondersteunend onderwijs en het praktijkonderwijs.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 30 september 1999 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 26 oktober 1999 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 474 van 18 november 1999.
ingediend
21 mei 1999titel
Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs met het oog op afschaffing van de einddatum voor indiening van aanvragen tot bekostiging van nevenvestigingen in verband met bijzondere omstandigheden, alsmede enige vooral technische aanpassingen (afschaffing einddatum aanvraag nevenvestigingen; technische aanpassingen)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
inwerkingtreding
Met uitzondering van artikel I, onderdeel L, onder 2 en onderdeel X met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst. Artikel V werkt terug tot en met 1 augustus 1998.
Artikel I, onderdeel L, onder 2, treedt in werking met ingang van 1 augustus 2003.
Artikel I, onderdeel X, treedt in werking met ingang 1 augustus 2000. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 juli 2000, dan treedt dit artikel in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, met terugwerkende kracht tot en met 1 augustus 2000.
1