Dit voorstel van rijkswet probeert, in aanvulling op al eerder genomen maatregelen in de sfeer van criminaliteitspreventie en strafrechtshandhaving, met maatregelen op bestuurlijk niveau bij te dragen aan voorkoming van misdrijven die met behulp van Nederlandse reisdocumenten worden gepleegd.
Aanpassing van de Paspoortwet is verder nodig in verband met nieuwe wetgeving, in het bijzonder op het terrein van het personen- en familierecht.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 26 september 2000 met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 maart 2001 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 132 van 22 maart 2001.
ingediend
21 januari 2000titel
Wijziging van de Paspoortwet, onder andere in verband met het daarin opnemen van enige bepalingen ter voorkoming van misbruik van reisdocumentenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister voor Grotesteden- en Integratiebeleid
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
-
-Het voorstel betreft:
-
-een wettelijke basis voor de regeling van verplichte aangifte bij de politie van vermissing van reisdocumenten;
-
-het opnemen van gegevens over gestolen of vermiste (blanco) reisdocumenten in een basisregister reisdocumenten ("negatieve registratie");
-
-verruiming van de mogelijkheid, een reisdocument te weigeren of vervallen te verklaren bij het vermoeden van fraude;
-
-andere aanpassingen in verband met nieuwe wetgeving op het terrein van het personen- en familierecht (onder andere van belang voor het verstrekken van reisdocumenten aan minderjarigen en bijschrijven van kinderen in reisdocumenten).
-
4