Dit wetsvoorstel wijzigt de Machtigingswet Koninklijke PTT Nederland N.V. zodat voor KPN niet langer uitzonderingen gelden ten aanzien van de in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen regeling voor grote vennootschappen. Hiermee komt de uitzonderingspositie van KPN ten aanzien van het verplichte structuurregime te vervallen.
Na de beursgang in 1994 zijn zowel de telecommunicatiemarkt als de wet- en regelgeving en het toezichtsregime zodanig veranderd, dat het niet langer noodzakelijk is dat de Staat via privaatrechterlijke weg nog invloed kan uitoefenen in KPN.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 9 oktober 2001 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, D66, VVD, CDA, ChristenUnie en SGP stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 oktober 2001 zonder stemming aangenomen. De fractie van GroenLinks is daarbij aantekening verleend.
ingediend
6 februari 2001titel
Wijziging van de Machtigingswet Koninklijke PTT Nederland N.V. in verband met het opheffen van de uitzonderingen die voor Koninklijke KPN Nederland N.V. gelden ten aanzien van de in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen regeling voor grote vennootschappenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
-
30 oktober 2001
stemming (hamerstuk) aantekening GroenLinks Handelingen EK 2001/2002, nr. 4: blz. 99