Dit wetsvoorstel wijzigt enige belastingwetten en regelt de uitvoering van de eerste fase van de herziening van de successiewetgeving. Het voorstel maakt deel uit van het pakket Belastingplan 2002. De maatregelen van dit pakket zijn themagewijs ondergebracht in vijf afzonderlijke wetsvoorstellen.
Met dit voorstel worden belastingmaatregelen genomen inzake de btw, artiesten en sporters.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 15 november 2001 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 11 december 2001 zonder stemming aangenomen.
Het wetsvoorstel werd gezamenlijk behandeld met de overige voorstellen van het pakket Belastingplan 2002: 28.013, 28.014, 28.016 en 28.034.
ingediend
18 september 2001titel
Wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan 2002 IV herziening successie- en schenkingsrecht, BTW-maatregelen, artiesten- en sportersregeling, alsmede overige aanpassingen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.
-
2.In afwijking van het eerste lid werkt artikel I, onderdelen B, C, D, F en H en artikel X terug tot en met 1 januari 2001.
-
3.In afwijking van het eerste lid treden artikel I, onderdeel A, en artikel V in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdelen D en F, van de wet van 22 december 1999, Stb. 1999, 583, in werking treden.
-
4.De ingevolge de artikelen IV gewijzigde artikelen van de Successiewet 1956 vinden voor het eerst toepassing met betrekking tot belastbare feiten in de zin van de Successiewet 1956 die zich hebben voorgedaan op of na de datum van inwerkingtreding van deze wet.
-
5.De ingevolge artikel VII, onderdelen A, onder 2, B, C, D en E, gewijzigde artikelen van de Invorderingswet 1990 vinden voor het eerst toepassing met betrekking tot belastingaanslagen die verschuldigd zijn ter zake van belastbare feiten in de zin van de Successiewet 1956 die zich hebben voorgedaan op of na de datum van inwerkingtreding van deze wet. Met betrekking tot belastingaanslagen die verschuldigd zijn ter zake van belastbare feiten in de zin van de Successiewet 1956 die zich hebben voorgedaan voor de inwerkingtreding van deze wet blijven de op grond van artikel VII, onderdelen A, onder 2, B, C, D en E, gewijzigde artikelen van de Invorderingswet 1990 van kracht zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet.
Dit wetsvoorstel regelt op het gebied van:
-
-Herziening successie- en schenkingsrecht:
-
-uitvoering eerste fase herziening successiewetgeving naar aanleiding van het kabinetsstandpunt inzake het rapport van de werkgroep modernisering successiewetgeving (werkgroep Moltmaker),
-
-
-BTW:
-
-BTW op binnenlandse vliegtickets naar algemene tarief,
-
-verlaagd BTW-tarief voor bepaalde medische hulpmiddelen,
-
-verlaagd BTW-tarief voor sportaccommodaties,
-
-verlaagd BTW-tarief voor optredens uitvoerende kunstenaars,
-
-BTW-vrijstelling voor onderwijs in dans, drama en beeldende vorming,
-
-Hoofdelijke aansprakelijkheid BTW-carrouselfraude,
-
-Oneigenlijk gebruik regeling beleggingsgoud,
-
-BTW-vrijstelling zorgboerderijen,
-
-
-Belastingen van rechtsverkeer en inkomstenbelasting:
-
-Afschaffing wettelijke beloningsregels voor assurantietussenpersonen,
-
-
-Loonbelasting:
-Artiesten- en sportersregeling,
-
-Technische wijzigingen inkomstenbelasting:
-
-Uitgaven voor kinderopvang,
-
-Uitgaven voor levensonderhoud kinderen jonger dan 30 jaar.
-
1