Dit wetsvoorstel strekt ertoe de Waddenadviesraad te continueren en het tijdelijke karakter op te heffen nu de wet van 19 december 1996 tot instelling van de Waddenadviesraad (Stb. 1996, 682) per 1 januari 2002 is vervallen. Om deze nieuwe status te accentueren is gekozen voor een nieuwe naam: Raad voor de Wadden.
De Raad heeft tot taak te adviseren over aangelegenheden die van algemeen belang zijn voor het Waddengebied. Een instelling als adviescollege vereist dat de wettelijke regeling van de raad in overeenstemming is met de Kaderwet adviescolleges (24.503). Het onderhavige wetsvoorstel voorziet daarin. De aanpassing aan de Kaderwet adviescolleges heeft wel geleid tot enige wijzigingen: het aantal leden wordt teruggebracht van 16 tot 14 en de mogelijkheid tot benoeming van plaatsvervangende leden vervalt. Bovendien zal voortaan de verplichting tot verslaglegging en evaluatie van toepassing zijn. De Raad blijft bevoegd te adviseren aan provincies en gemeenten.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 2 juli 2002 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, GroenLinks, PvdA, D66, Leefbaar Nederland, CDA, ChristenUnie en SGP stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 24 september 2002 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 554 van 19 november 2002.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 563 van 26 november 2002.
ingediend
20 februari 2002titel
Instelling Raad voor de Waddenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en de wet kan terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip
-
-
-
-
-
2 juli 2002
stemming (aangenomen, voor: SP, GroenLinks, PvdA, D66, LN, CDA, ChristenUnie en SGP)) Handelingen TK 2001/2002, nr. 89: blz. 5249 -
26 juni 2002
behandeling Handelingen TK 2001/2002, nr. 87: blz. 5171-5179