28.351

Uitvoeringswet Verdrag wederzijdse rechtshulp in strafzaken



Dit wetsvoorstel wijzigt het Wetboek van Strafvordering, de Wet politieregisters en het Wetboek van Strafrecht ter uitvoering van de op 29 mei 2000 tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Lidstaten van de Europese Unie over de wederzijdse rechtshulp in strafzaken (EU-rechtshulpverdrag) goed. (Trb. 2000, 96)PDF-document.

Met dit voorstel wordt, met het oog op verzoeken om rechtshulp voor het aftappen van telecommunicatie, het Wetboek van Strafvordering aangepast. De wijziging van de Wet politieregisters hangt samen met de toekomstige samenwerking in het kader van gemeenschappelijke onderzoeksteams.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 24 april 2003 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 maart 2004 zonder stemming aangenomen.

Dit wetsvoorstel werd gezamenlijk behandeld met 28.350 (R1720), 28.352 (R1721), 28.353 en 28.059.


Kerngegevens

ingediend

26 april 2002

titel

Wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering en de Wet politieregisters en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht met het oog op de uitvoering van de op 29 mei 2000 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Lid-Staten van de Europese Unie

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Justitie

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip


Documenten

  • 24 april 2003
    stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2002/2003, nr. 66: blz. 3905-3906