Dit wetsvoorstel schaft het verbod voor apothekers af om in meer dan één apotheek de artsenijbereidkunst uit te oefenen. Tevens komen de handelingen op het gebied van de artsenijbereidkunst in de zin van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening van de openbare apotheker onder de reikwijdte van de overeenkomst inzake geneeskundige behandeling te vallen.
Doel van de dereguleringsmaatregel is om meer ruimte te scheppen voor de zorgverzekeraars zodat zij aan de hen toebedachte regierol wat betreft farmaceutische zorg beter gestalte kunnen geven. Tevens worden met de maatregel voorwaarden gecreëerd voor het realiseren van marktwerking. Met de tweede maatregel wordt het verschil tussen de ziekenhuisapotheker en de openbare apotheker opgeheven.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 11 april 2006 aangenomen door de Tweede Kamer. De Groep Nawijn stemde tegen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 februari 2007 zonder stemming aangenomen.
De plenaire behandeling vond gezamenlijk met de Geneesmiddelenwet (29.359) plaats.
ingediend
26 juli 2002titel
Wijziging van Hoofdstuk III van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening en van afdeling 5 van titel 7 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboekschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.18
-
-
-
-
-
6 februari 2007
voortzetting behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 2006/2007, nr. 18, blz. 616-627 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-